De VOORZITTER antwoordt de diverse sprekers
door te stellen, dat hij achter de gedachte van
de heer Aarts kan staan om de onderbouw van de
club te laten oefenen bij de jongensschool, ten
minste als het bestuur van de jongensschool
hiermede instemt. Het zou bovendien een prach
tig argument zijn voor een Je baan. Daar een 3e
baan het totaal-onderhoud goedkoper maakt, denkt
de VOORZITTER bovendien aan de mogelijkheid om
de Directie van de Hero rijp te krijgen - NOCO
is steeds bij de Hero te gast geweest - accuut
in Prinsenbeek een 3e baan op hun kosten te la
ten aanleggen. Zij zou de geste kunnen doen om
de baan gedurende 5 jaren gratis ter beschik
king te stellen, waardoor NOCO zijn derde baan
heeft
De bemerking van de heer van Geel - ongebruikt
zijn der banen - is voor de VOORZITTER aanlei
ding op te merken, dat er 's morgens, 's mid
dags geen kip op de banen te bekennen is, ter
wijl de banen 's avonds overvol zijn.
De suggestie van de heer Roeien kan de VOORZIT
TER niet onderstrepen. Hij heeft er geen behoef
te aan de stemming uit te stellen. Hij leest
het advies van de Raadscommissie voor en somt
de voor- en nadelen op ten aanzien van het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
Vervolgens stelt de VOORZITTER stemming aan de
orde over het voorstel van Burgemeester en V/et-
houders
Het lid VAN DE MOSSELAAR doet nog mededeling
van zijn informaties bij de Prinsenbeekse ver
eniging, welke informaties door de VOORZITTER
worden bestreden als eenzijdig en te-ver-gaand.
Mevrouw van Dongen vraagt of het voorstel van
de commissie inhoudt, dat bij verwerping de
beide banen worden toegewezen aan de Prinsen
beekse Tennisvereniging.
De VOORZITTER bevestigt, dat dit hieruit - in
geval van verwerping - moet worden begrepen.
De beide wethouders van der Westen en Hurks
stemmen vóór dit voorstel, de overige acht
raadsleden tegen, zodat dit voorstel is verwor
pen.
Dan stelt de VOORZITTER stemming aan de orde ove
het advies van de Raadscommissie, waar hij ove
rigens niet achter kan gaan staan, omdat hij
"het laatste woord" niet wenst te hebben. Als
het verkeerd uitvalt heeft het de Burgemeester
gedaan.
De leden AARTS en (Wethouder) van der WESTEN
stemmen vóór het voorstel van de commissie en
de andere acht leden tegen, zodat ook dit voor
stel is verworpen.
Het lid VAN DE MOSSELAAR vraagt of er thans op
het gezond verstand van de Prinsenbeekse vere
niging een beroep moet worden gedaan om tot
overeenstemming te komen.
De VOORZITTER antwoordt, dat door de stemming
duidelijk is geworden dat men met NOCO niets
meer te maken wil hebben.