1. Opening en aanwijzing voorstemmer.
2. Vaststelling notulen vorige ver
gadering (14 maart 1967)»
3. Ingekomen stukken.
31-
Notulen van het behandelde in de openbare ver
gadering van de Raad van de gemeente Prinsen
beek, gehouden in hotel-café Aarts, Valdijk 2,
te Prinsenbeek op dinsdag 11 april 1967»
================================================1
Aanwezig zijn de leden: M.C. van der Westen,
A.J.C.Hurks, Mevr.C.Th.van Dongen, J.A.Aarts,
P.Biemans, J. van Geel, Mr.J.R.A.Jansen,P.H.J.
van de Mosselaar, C.J.Roeien en A.Wildhagen.
Afwezig met kennisgeving het lid: A.J.Dikmans.
Voorzitter: P.J.A. Baetens.
Secretaris: P.P.A. van Hal.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt aangewezen het lid ROELEN.
a
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen
van de vorige vergadering (14 maart 1967onver
anderd vastgesteld.
a. goedkeuring op het besluit tot wijziging van
de verordening Reinigingsrechten Prinsenbeek
1962; 3
b. schrijven van Mr.Vreede, dat de vordering van
de heer M.L.Maas te Prinsenbeek inzake ver
beende onrechtmatige afbraak door de gemeen- 1
te is afgewezen;
c. mededeling van het I.Z.A., dat de 5e wijzi
ging van het reglement door Gedeputeerde Sta
ten is goedgekeurd;
d. mededeling van de Bank voor Nederlandsche Ge-
meenten, dat een bedrag van 225.000,-- als
deposito van de gemeente wordt overgenomen;
e. schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant inzake salariëring van de secretaris-
sen, ontvangers, ambtenaren van de Burgelijke
stand en andere gemeente-ambtenaren;
Zonder hoofdelijke stemming worden de stukken,
onder a t/m e aangegeven, voor kennisgeving aan
genomen
f. bereidverklaring van de heren HOOFT en Lem-
mens inzake afstand van grond ten behoeve
van de reconstructie van de Mr. Bierensweg;
De VOORZITTER deelt mede dat, de Raadscommissie
Openbare Werken adviseert de oude rooilijnvoor
schriften aan te houden, wat betekent, dat de
heer Lemmens toestemming krijgt om nog uit te
bouwen tot L.70 meter. Dit heeft de heer Lemmens
ook in zijn bereidverklaring gesteld.
Het lid AARTS zegt, dat de heer Lemmens dit niet
in zijn bereidverklaring heeft gesteld, doch bij
afzonderlijk schrijven. Hij stelt voor om deze
reden dit schrijven aan te merken als een onder-i
deel van de bereidverklaring van de heer Lemmens,