stellen: de Marktwand heeft voor winkels een
lengte van 80 meter; voor een zelfbedienings
zaak mag worden gerekend op 4 eenheden; voor
een dames- en/of herenkapper 2 eenheden, en
verder is er behoefte aan de schoenenbranche,
kleding, fotohandel, verfwaren, galanteriën,
ijzerwaren, bloemen, zuivel en zelfs een zaak
als Jamin zal daar een verkooppunt zoeken.De
ze zaken kunnen allemaal zelfs geen plaats
krijgen aan de Markt, omdat 80 meter daarvoor
ontoereikend is.
Hij waarschuwt, dat men straks spijt zal krij
gen als men in Zuid, zoals de commissie meent,
slechts 6 eenheden kan toestaan; bovendien
zal het architectonisch vreemd aandoen als in
een strip van 6 winkeleenheden worden verwerkt
en verder nog een aantal woningen.
En wat betekent 6 eenheden voor Zuid; nu reeds
is er klandestien gewerkt door een kapster,
verkoop van electriciteitsartikelen vindt er
plaats, een bakker wil er zich vestigen, en
er is behoefte en interesse voor verkoop van
vleeswaren, voor vestiging van een drogist,
een ?7asserette, ook voor een zuivelzaak, al
valt te betwisten of deze laatste aan bod
moet komen.
Het lid VAN DE MOSSELAAR ziet voor Zuid de na
druk gelegd op de eerste levensbehoefte; aan
de vestiging van een kleermaker zet hij dan
ook een vraagteken. Bovendien is een verhou
ding van 9 eenheden in Zuid en 14 op de Markt
niet juist.
De VOORZITTER antwoordt, dat het C.I.M.K. met
het woord "kleermaker" enkel wil aanduiden,
dat men totaal andere aanvragen krijgt, dan
men in de verste verte verwacht. Voor de rest
moet niet worden vergeten, dat de gemeente een
bepaalde wijk een aankleding moet geven.
En dan is het nog zo, dat niet wij, maar Sop-
pelmans verkoopt.
Het lid VAN DE MOSSELAAR stelt, dat een aan
nemer graag de onrendabele top wil afschuiven
op de winkels.
De VOORZITTER stelt, dat het lid van de Mos
selaar dan ook bezwaar moet maken tegen het
standpunt van de Regering, waarbij door lage
re grondkosten voor de woningwetwoningen de
meerdere kosten dienen te worden opgevangen
door de resterende bouw.
Wethouder VAN DER WESTEN zegt een verzwakking
te zien in het betoog van de heer van de Mos
selaar. Enerzijds acht de heer van de Mosse
laar het plan voor 9 winkeleenheden overtrok
ken, anderzijds stelt hij, dat een aannemer er
wel heil in ziet en de onrendabele top van de
woningen wil opvangen door de winkelbouw.Zo
lang er uit die hoek winst is te verwachten,
is er ook vraag en animo voor winkelbouw.
Het lid VAN DE MOSSELAAR vraagt of er niet een
aanwijzing kan geschieden voor bv. drie ser-
vise-bedrijven. Verder kan er een aanwijzing
komen voor de non-food-sector
De VOORZITTER zegt in dit verband graag nog