-61-
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel (verkoop van grond aan Coppelmans),
besloten, dit aangevuld met de nadere voor
waarden, zoals door het lid Jansen omschreven
(minimaal 3 eenheden in dienstensector, voor
toestemming van vestiging advies van het C.I.
M.K. onder goedkeuring van Burgemeester en
wethouders en met beroep op de Raad, verder
het beding, dat gedurende vijf jaren slechts
2 eenheden in een hand mogen zijn).
Voorstel tot vaststelling van de be- De VOORZITTER deelt mede, dat de commissie
stemmingsplannen Haagsche Beemden voor uitbreidingsplannen het voorstel van
Oost I en IIo Burgemeester en wethouders heeft besproken en
ook volle aandacht heeft geschonken aan de
ingediende bezwaarschriften en dat de eindcon
clusie van de commissie en derhalve ook het
advies luidt: het voorstel niet te aanvaarden
en de bestemmingsplannen derhalve te verwer
pen.
Wethouder van der Westen verzoekt een nadere
voorbespreking alvorens het punt verder ter
discussie wordt gesteld.
De VOORZITTER stelt, dat niet om een geheime
vergadering doch om een interne bespreking is t
verzocht.
Daar dit voorstel volledig wordt ondersteund
schorst de VOORZITTER de vergadering voor
"intern beraad" en verzoekt hij het publiek
de Raadzaal te verlaten tot na heropening van
de openbare vergadering.
Na heropening van de vergadering deelt de
VOORZITTER mede, dat een verzoek van de gemeen
te Breda aan de orde is tot vaststelling van
de bestemmingsplannen Haagsche Beemden Oest I
en II. Nadat deze plannen zijn gepubliceerd en
in dit verband de nodige bezwaarschriften zijn
ingekomen heeft de raadscommissie voor Uit
breidingsplannen zich over de gehele materie
beraden, en-de bezwaarschriften overwegende,
gehoord de argumentatie van de gemeente Breda
op deze voorstellen- brengt aan de Gemeente
raad van Prinsenbeek in zijn advies naar voren
dat niet alle bwzwaren -zowel van de indieners
der bezwaarschriften als de bezwaren van de commissie na toelich
ting van de zijde van de gemeente Breda- zijn
weggenomen; met name is de bestemming van
agrarische gronden in het noordelijk deel van
het plan onjuist, omdat deze agrariërs alleen
via een stadsdeel hun gronden zullen kunnen
bereiken en in deze omgeving niet kunnen wonen
et wordt door de commissie een groot vraagteken
gezet achter de tijdplanning, zoals door Breda
voorgesteld; de verkeerssituatie en de infra
structuur bevredigt de commissie allerminst,
enerzijds omdat de relatie met o.a.Prinsen
beek volkomen is verwaarloosd, anderzijds om
dat op zeer kwistige wijze is gebruik gemaakt
van groenstroken en reserveblokkenwaarvoor
geen bestemming is, kortom dat met te grote
ruimten te gemakkelijk is gespeeld en dat op
frond .daarvan te weinig bouwintqnsiteit is
eprojecteerd, waarbij ten aanzien van de