-75-
6. Nota inzake bijdrage door de gemeente De VOORZITTER zet uiteen, dat het verzoek
in de kosten van aanleg van wegen in tot tussentijdse betaling van een deel ter
de ruilverkaveling "De Haagsche Beemden", toegezegde ruilverkavelingskosten in de
Raad is gebracht om hieromtrent het oor-
deel van de Raad te horen.
Destijds is overeengekomen het totaalbe
drag aan het eind van de ruilverkavelings
werkzaamheden te betalen. Het thans voor
liggende verzoek is met deze afspraak der
halve in strijd en past bovendien niet in
ons financieringsschema. De ■Raadscommissie
Financiën en Personeelszaken geeft in zijn
advies een zekere aarzeling weer. Spreker
voegt er als zijn mening aan toe, dat bij
inwilliging van dit verzoek er volgend
jaar wederom een nota -en nog hoger- zal
binnenkomen. Naar aanleiding hiervan zul
len Gedeputeerde Staten vragen hoe deze
schuld dan telkens wordt gedelgd. Ons ant
woord kan alleen zijn: een jaarlijkse be*
lastingverhoging.
Spreker ziet meer heil in betaling ineens
aan het eind van de rit, en dan tevens
hierbij te beslissen of en tot welk bedrag
de belastingen dienen te worden verhoogd.
Wethouder HURKS licht toe, dat deze vraag
van de C.T.D. naar voren is gekomen, om
dat er dit jaar een extra toewijzing van
1,3 millioen is afgekomen. Omdat een der-
gelijke toewijzing voor 1968 niet is te
verwachten en de met deze, extra ontvangen,
bedragen aangevangen werken dienen te wor
den doorgezet, is dit verzoek gedaan.
Mevrouw VAN DONGEN vraagt waarom er vanaf
1963 voor dit doel niet is gespaard.
De VOORZITTER antwoordt, dat er geen geld
is. De toezegging van destijds zal straks
een sterk argument zijn om aan te kloppen voor een
verhoogde rijksbijdrage. Breda kan ook on
mogelijk zijn tentoonstellingsruimte van
71 millioen en zijn sporthal van 4-g- mill.
uit eigen middelen opbrengen.
Het lid ROELEN zegt niet te geloven in
een spontane rijksbijdrage.
Mevrouw VAN DONGEN is van mening, dat het
niet helemaal eerlijk is geweest destijds
de bijdrage te beloven, terwijl de nako
ming hiervan niet zeker lag. Desnoods kan
met het overtollige kasgeld worden be
taald.
De VOORZITTER licht toe, dat kasgeld hier-:
voor niet kan worden aangewend. Bovendien
zitten we nu reeds met een behoorlijk be
grotingstekort.
Wethouder van der WESTEN stelt, dat de
ruilverkaveling destijds is rondgekomen
omdat diverse instanties hun bijdrage
toezegden.
Het lid BIEMANS deelt mede, dat destijds
de ruilverkaveling alleen op gang kon ko
men door de toezegging van de gemeentebe
sturen. Zonder hun medewerking zou er in