-76- het geheel geen ruilverkaveling zijn gekomen. De VOORZITTER komt terug op de eerder gemaak te afspraak, dat zou worden betaald aan het eind van de rit. Indien het Rijk kan worden bewogen tot verhoogde gemeentefondsuitkeringer dan zullen er toch ongetwijfeld belastingver hogingen aan vast zitten. Mevrouw van DONGEN acht deze redenering in tegenspraak met de zojuist aangenomen motie van de gemeente Purmerend. De VOORZITTER zet uiteen, dat de motie Pur merend alleen een bestuurlijk tegenwicht wil zijn tegen de huidige maatregelen. Zolang die regelingen niet zijn gewijzigd, moeten we met de huidige maatregelen werken. Het lid BIEMANS is van mening, dat een afwij zing van het verzoek tevens vertraging be tekent van de ruilverkavelingswerkzaamheden. Bovendien kost uitstel geld, zoals uitstel bij woningbouw telkens geld kost. Hij vraagt zich af of er wellicht belanghebbenden zijn in het ruilverkavelingsblok, die graag nu reeds een verhoogde belasting betalen, wan neer daardoor hun bedrijf eerder gereed is. Er zou moeten worden uitgezocht welke groep hierbij is gebaat. Na discussies over kosten van wegen, subsidie mogelijkheden en dekkingsmiddelen stelt de VOORZITTER stemming aan de orde over het voor-- stel van Burgemeester en wethouders om het verzoek - tot tussentijdse gedeeltelijke be taling - af te wijzen. Uit deze stemming blijkt, dat alle (negen leden zich vóór het voorstel van Burgemeester en wethouders uitspreken, zodat het verzoek is verworpen. 7. Voorstel tot vaststelling van de 13e Zonder hoofdelijke stemming wordt conform wijziging van de gemeentebegroting het voorstel besloten. 1967. 8. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe doorstromingsverordening. De VOORZITTER zegt, dat de commissie Finan ciën en Personeelszaken aan deze verordening terugwerkende kracht adviseert tot 1 januari j.l. Dit houdt in, dat alsnog een aanvraag mede onder deze nieuwe regeling zal vallen. Het lid van GEEL vraagt of de uitbetaling niet eerder dan in januari van het daaropvol gend jaar kan worden uitbetaald. Het geld komt juist bij de verhuizing van pas. In Breda geeft men de bijdrage twee weken na verhuizing De VOORZITTER licht toe, dat deze "motie-Jan- sen" destijds is aangenomen omdat de pot klein was, en men niet kon overzien of men wel met de voorgestelde bedragen zou kunnen rondkomen. Hij is overigens van mening dat men niet moet verhuizen, omdat men een bijdrage uit de door stromingsregeling kan ontvangen. Wanneer het aantal aanvragen bekend is, kun nen Burgemeester en wethouders echter wel eerder hun beslissing nemen. Dit zou oktober kunnen zijn. Hij zegt toe het mogelijke te zullen doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1967 | | pagina 76