-81-
het gemeentefonds te kunnen geraken.
Na discussie over het tijdstip van indiening
van een aanvraag bij het gemeentefonds, over de
te verwachten vrij geringe meer-opbrengst bij
belastingverhoging, en over de huidige kansen
om tot een verhoogde uitkering t^fcomen, vraagt
het lid JANSEN om bij de begrotingsbehandeling
1968 -vermoedelijk in oktober- met een exacte
uitspraak te komen over de hier bedoelde be
grotingspost 19é7 van 50.000,--.Bovendien
brengt hij onder ogen, dat bij reservering van
jaarlijks 50.000,in de jaren 196?, 1968,
1969 en 1970 er uiteindelijk straks slechts
behoeft te worden gesproken van een last van
290.000,de overige 200.000,-- zijn dan
reeds gereserveerd. ^aarnaast kan dan worden
volstaan met een belasting over het resterende
bedrag, wat dan niet meer zal zijn dan 30.000,
aan belastingopbrengst.
Wethouder van der Westen herinnert er aan, dat
met deze gedragslijn andere belangrijke werken
achterwege gelaten zullen moeten worden.
Het lid JANSEN acht dit geen bezwaar, integen
deel, want het tekort wordt er te duidelijker
om.
De VOORZITTER zegt toe deze zaak opnieuw in be
handeling te brengen bij de bespreking der be
groting 1968.
b)Mevrouw van DONGEN zegt over hetzelfde onderwerj
zeker niet te hebben gesuggereerd - zoals het
in de notulen staat opgenomen- "het bedrag des
noods uit het overtollige kasgeld te betalen".
Het lid ROELEN antwoordt, dat dit door hem is
gezegd.
c)Wethouder van der WESTEN stelt, dat volgens de
notulen door hem zou zijn gezegd,"dat de betrok
ken tuinder in 19^5 bij onderhandelingen een
dermate wilde prijs voor zijn grond vroeg, dat
de gemeente van aankoop heeft afgezien.Krach
tens het daar geldende uitbreidingsplan mag
ieder op zijn grond bouwen".
Dit waren echter niet zijn woorden, doch die
van de VOORZITTER.
d)Het lid ROELEN zegt, dat bij hetzelfde onder
werp als door Wethouder van der WESTEN bedoeld
staat genotuleerd, dat "de voorzitter stemming
aan de orde stelt, dit op verzoek van de heer
Wildhagen, welk verzoek door diverse andere le
den wordt ondersteund".
Naar zijn mening is het verzoek van de heer
"ildhagen slechts door een lid ondersteund.
De secretaris licht toe, dat de bandrecorder
voor dat moment slechts een gemompel laat horen
waaruit alles kan worden afgeleid.
Wethouder HURKS merkt op, dat het verzoek van
de heer Wildhagen alleen door de heer van Geel
werd ondersteund.
De VOORZITTER stelt voor de notulen aan te hou
den en deze zonodig na de vergadering te laten
afdraaien
Zonder hoofdelijke stemming wordt met dit voor
stel akkoord gegaan.