-83-
5. Voorstel tot onttrekking van een voetpad
nabi.j Westrik aan het openbaar verkeer,
tot het aangaan van een grondruil en tot
iet beschikbaar stellen van een krediet ten
behoeve van de verharding van een uitweg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat de Raads
commissie voor Openbare Werken nog het
volgende rapporteert:
"Alhoewel niet op de agenda vermeld,
vraagt de commissie aan de Raad hoe zij
er tegenover staat om de huidige brand
putten te dempen.
De commissie is van oordeel, dat het in
stand houden van deze brandputten totaal
geen zin heeft, gezien de geringe capaci
teit van bluswater. Alleen met hoge kos
ten kunnen de brandputten rendabel ge
maakt worden, doch het onderhoud blijft.
De commissie zou liever zien, dat de ca
paciteit van de waterleiding werd aange
past, zodat brandkranen kunnen worden
aangesloten. Dit zijn eenmalige kosten,
waarop verder geen onderhoud is".
De VOORZITTER ziet geen bezwaar tegen be
handeling van dit punt.
Wel stelt hij, dat nog deze middag tij
dens een gesprek met de brandweercomman
dant een andere gedachte naar voren is
gekomen. Door de Waterleidingmaatschap
pij is 38.OOO,geraamd voor de aan
leg van brandkranen. Voor f 10.000,mee:
kan echter worden overgegaan tot aanschaf
van een hogedruknevelspuitDit betekent
dat bij moeilijk bereikbare branden deze
hogedrukspuit onmiddellijk en gedurende
een half uur kan spuiten. Intussen kunnen I
de andere brandweerlieden de slangen op
verdere afstand aansluiten, waardoor een
enorme tijdwinst wordt verkregen. De mees
te gemeenten hebben een dergelijke wagen.
Voor het platteland is dit ideaal.
Spreker zegt, dat dit slechts een sugges
tie is, dat dit zelfs nog niet verder is
afgetast
Het lid van de MOSSELAAR stelt, dat vol
gens het voorstel van de commissie de ca
paciteit met de huidige putten onvoldoen-;
de is. Deze capaciteit is te verhogen
door aanleg van brandkranen. Uit het be
toog van de Voorzitter blijkt niet, dat
bij een uitrukken van de hogedruknevel
spuit toch het gebrek aan water blijft.
De VOORZITTER antwoordt, dat via de aan
jager het water van verre afstand -onge
veer 700 a 800 meter- is aan te voeren.
Door inzet van de hogedrukspuit is de
tijd aanwezig om water aangevoerd te krij
gen. Zo worden er in ruilverkavelingsver-
band geen brandkranen aangelegd.
Wat er moet gebeuren als er bv. in Hal
brand ontstaat en èr is daar slechts wa
ter aan te voeren op een afstand van 1 a
1 km
We zullen op korte termijn met een afge
rond voorstel komen, doch nu is aan de or
de de vraag van de commissie: de brandput-