-238-
e) schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, houdende goedkeuring aan de 20e
wijziging van de begroting 1968 inzake ver
bouwing voormalige pastorie tot gemeentehuis;
f) schrijven van de kamer uit Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Brabant voor de behandeling van
administratieve geschillen inzake beroep ar
tikel 101 der Lager Onderwijswet 1920;
g) verklaring van de Rechtbank te Breda inzake
beëdiging van de heer J.J.C.K. van der Zandt
tot ambtenaar van de burgerlijke stand;
ad f
De heer van Geel in beroep is het bedrag per
leerling nu vastgesteld op 85»-- over 1967»
wij hadden voor 196? het bedrag bepaald op
76,en voor 1968 op 86, persoonlijk
vind ik het redelijk om het bedrag voor 1968
nu ook te verhogen; met het bedrag, dat werd
gevraagd, ga ik onherroepelijk al niet akkoord,
maar het verschil van 76,en 85,geeft
mij toch te denken.
De Voorzitter het schoolbestuur is ook tegen
het bedrag voor 1968 in beroep gegaan, dus zal
hierover wel een beslissing komen; bij die j.86,
hebben we ons laten leiden door de verhogingen
als door het Centraal Planbureau opgegeven; we
kunnen wel bij de begroting 1969 rekening hou
den met de uitspraak over 1967»
De heer Aarts het nu vastgestelde bedrag over
1967 mist elke motivering; het schoolbestuur
is niet in het gelijk gesteld en toch gaan Ge
deputeerde Staten het bedrag verhogen, zo is
concreet werken onmogelijk.
De heer van de Mosselaar op welke basis moe
ten we nu verder; kan zoiets niet worden voor
komen door tevoren advies in te winnen?
De heer van Geel dat hebben burgemeester en
wethouders toch gedaan.
Wethouder van der Westen bij dergelijke be
slissingen zitten we er altijd naast.
De Voorzitter de redelijke lijn is zo volkomen
weg; het is veel beter als alles volgens rijks
norm gaat; de ene gemeente 5»-- meer dan de
andere is te dwaas; punt f wordt dus voor ken
nisgeving aangenomen met de aantekening, dat we
met grote verwondering van de beslissing hebben
kennis genomen.
De heer van de Mosselaar zo zetten ze je er
gens weg voor koekenbakker.
De stukken worden zonder hoofdelijke stemming
voor kennisgeving aangenomen met de aantekening
bij punt f, dat met grote verwondering van de
beslissing is kennis genomen.
Voorstel tot aanvulling van de bepa
lingen van enige bestemmingsplannen
met voorschriften omtrent het gebruik
van ^ronden en opstallen.
De heer Dikmans is het uitoefenen van een
nieuw bedrijf niet toegestaan in de bestemmings
plannen?
De Voorzitter alleen voor bestemmingsplannen,
waarin is bepaald, dat in woningen geen winkel
nering mag worden uitgeoefend; zo mag b.v. in
Peperbos geen frites-zaak worden gevestigd, om
het eens extreem te stellen; de bewoners hebben
het recht van bescherming, dat in een bestem
mingsplan voor woningbouw daar ook woningbouw
wordt gerealiseerd.