-269- j) besluit van de kamer uit Gedeputeerde Staten voor de behandeling van administratieve ge schillen ingevolge de L.O.-wet 1920 tot ver nietiging van het raadsbesluit van 12 maart 1968, waarbij door de Raad afwijzend werd be schikt op een verzoek over te gaan tot stich ting van een openbare lagere school; Voorzitter dit stuk is tijdens het ter inzage- leggen van de stukken nog binnengekomen; Gedepu teerde Staten zijn van oordeel, dat de medewer king behoorde te zijn verleend; dit betekent, dat wij ons op korte termijn zullen moeten bera den over de vraag hoeveel leerlingen metterdaad de toekomstige openbare school zullen gaan be volken; een overzicht naar de sinds maart j.l. ingekomen kinderen is bijgevoegd, dit impliceert niet, dat allen, die hiervoor redelijkerwijs in aanmerking zouden kunnen komen, dit ook zullen doen; naar mijn mening moet er toch gestreefd worden naar een drie-klassige school, want een twee-klassige of een-klassige school is dan wet telijk misschien een haalbare kaart, doch ik be klaag de kinderen, wier ouders menen, dat zij toch hun kinderen naar een school zouden moeten sturen, als dit geen drie-klassige is; als er inderdaad niet voldoende leerlingen zijn om 3 klassen volledig te bevolken, dan zullen wij moeten medewerken, maar de verantwoording heeft de wet bij de ouders gelegd en wij hebben ons daarover geen zorgen te maken; het betekent dus, dat wij als gemeentebestuur de leiding nemen in de enquête en dat wij zullen nagaan, welke kin deren dit lager onderwijs gaan volgen; deze enquête zal in overleg met voorlopig oudercomi té plaats vinden; de resultaten daarvan zullen U op korte termijn worden voorgelegd; de Raad kan ook gebruik maken van zijn recht om tegen deze beslissing van Gedeputeerde Staten in hoger beroep te gaan. De heer Aarts er zijn er verschillende die dit stuk niet hebben gelezen, omdat het niet op de agenda stond. De heer Roeien vrijdagmiddag lag het wel bij de stukken. De heer van de Mosselaar ik heb er behoefte aan een en ander even in het kort naar voren te brengen, gezien de formulering uit de kamer van Gedeputeerde Staten, die vrij kort en bondig is; ik geloof, dat wij als fractie behoefte hebben naar voren te brengen, dat Burgemeester en wet houders en de Raad zo snel mogelijk proberen aan deze opdracht te voldoen. de heer Jansen we mogen vaststellen, dat het besluit van Gedeputeerde Staten even kort is als soortgelijke kennisgevingen over de beroeps behandeling aangaande de bijdrage per leerling; de formulering kan ik in zoverre alleen maar toejuichen, omdat men zich distancieert van de kern van de zaak; toendertijd was het een van mijn standpunten - gezien de achtergronden van de aanvraag voor deze toekomstige school - dat er geen termen aanwezig waren om hier een vol waardige school te creëren; daarom vond ik het verstandiger om hen, die dit menen te kunnen be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 269