-91-
Thans zal ik u de nota voorlezen; deze luidt aldus:
"Nota van toelichting op grenswijzigingsplan
Breda-Noord.
1De ontwikkeling, die Breda na de oorlog als
resultaat van het gevoerde beleidenz.
(zie verder de desbetreffende nota d.d.
28 augustus 1968)
Gedeputeerde Staten hebben de raden der betrokken
gemeenten de gelegenheid gegeven tot 1 december a.s.
de eerste reacties mede te delen; mede aan de hand
hiervan wordt na die datum hun definitief plan op
gesteld; is dit definitief voorstel ons toegezonden,
dan vangt de v;ettelijke procedure aan zoals in de
gemeentewet geregeld; wij krijgen te zijner tijd
dus nog gelegenheid officieel en binnen het kader
van de wettelijke behandeling onze meningen en be
zwaren kenbaar te maken.
Het lijkt mij verstandig, dat de fracties zich in
de komende weken beraden en hun bezwaren op schrift
stellen; ook het college van burgemeester en wet
houders zal dit doen, zodat we de zaak onafhankelijk -
van elkaar zullen bestuderen; in november kunnen we
dan de afzonderlijke opvattingen nader bezien en
uit deze losse onderdelen het antwoord aan Gedepu
teerde Staten samenstellen.
Wethouder van der WESTEN: De Commissaris van de
Koningin heeft wel te kennen gegeven, dat - indien
er nu geen reactie komt - dit nog niet geldend is
voor de wettelijke procedure, doch dat straks wel
met het ontbreken van een eerste reactie rekening
zal worden gehouden.
De VOORZITTER: Ten eerste moeten we voor ogen hou
den, dat destijds de gebiedsruil is geweigerd, om
dat een structuurplan ontbrak; het merkwaardige is,
dat Gedeputeerde Staten zelf thans ook niet met
een structuurplan zijn gekomen en toch al conclu
sies hebben getrokken; tegen phasering is geen be
zwaar, maar er moet toch eerst een hoofdstructuur-
lijn zijn; burgemeester en wethouders tillen hieraan
zwaar; ten tweede zijn de cijfers in de nota ver
ouderd; Prinsenbeek telt momenteel bijna 69OO in
woners en niet 5800; er zijn plannen in uitvoering
voor een bevolkingstoename van 1100 zielen rond
1 januari 1970, zodat het er straks 8000 zullen zijn;
vervolgens wonen er in de Haagsche Beemden 900 men- r
sen en niet 1350; naar 19&9 gerekend zal er dus bij
verlies van de Haagsche Beemden een inwonertal van
Prinsenbeek zijn van 8000 - 900 is 7100.
We moeten deze nota zien als een eerste stap om
Breda uit de bouwnood te helpen, maar dat is ook
altijd ons doel geweest bij het aanbod van de
Haagsche Beemden; men kan ook niet zeggen: de
Haagsche Beemden zijn langzaamaan gereed, dus nu
moet Terheijden zo gauw mogelijk bij Breda;
ik zie nog steeds niet Prinsenbeek en passant meege
nomen; er is teveel gebagatelliseerd.
Prinsenbeek heeft een duidelijke afscheiding als