L
-157-
aanwijzing van bijzondere bebouwing.
Het gedachte terrein aan de Schoolstraat is
in eerste instantie bedoeld voor een school
situatie. Er zal misschien een enkele school
komen - voortgezet onderwijs is in Prinsen
beek niet te verwachten - maar de oppervlakte
van li ha. zal nooit volledig door de school
in beslag worden genomen. Het dit voor ogen
is het wellicht aan te bevelen daar defini
tieve voorzieningen aan te brengen, zodat men
er 10 a 15 jaar plezier van kan hebben.
Het lid JANSEN oppert het bezwaar, dat men
niets meer zal hebben als het tijdelijke wordt
opgeheven juist door de bestemming van de
grond.
Bovendien ziet hij de '\i ha. in West als een
van de mooiste stukjes voor bebouwing. Hij
zou willen pleiten voor ruimten aan de rand
van plan West. Zou men echter toch willen
starten met definitieve voorzieningen aan dit
1f ha.-veld, dan kan men - gezien deze opper
vlakte- rustig de voorzieningen in "uid ach
terwege laten. Het is dan in West een royale
opzet en de afstand van Zuid naar West is ge
ring.
Het lid van de HOSSELAAR ziet in de afstand
geen bezwaar. Hen gaat ook aan de rand van
het Liesbos of in de polder voetballen, een
voudig omdat daar wat doelpalen staan. Hij
wil de noodzaak van definitieve voorzieningen
vooral benadrukken, en zelfs benaderen wan
neer deze definitieve voorziening gereed kan
zijn.
Wethouder van der Westen stelt, dat reeds de
commissies het tijdelijk karakter aanvaarden,
doch verzoeken om gelijktijdig te zoeken naar
een definitieve oplossing.
Hevrouw van DONGEN vraagt om bij het zoeken
naar een definitieve oplossing deze niet
achteraf te plannen. Voor kinderen van 8 tot
12 jaar is het belangrijk, dat zij in de om
geving blijven of althans in de bewoonde we
reld, zodat zij kunnen worden gezien.
Het lid JANSEN vraagt om spoed bij de behan
deling van de definitieve oplossing. Er is
haast bij, Straks zijn de blokken volgebouwd
en dan komen we te laat.
De VOORZITTER antwoordt, dat het plan voorbe
reiding eist. Het bestemmingsplan moet worden
aangepast. Hij vraagt ruimte ten aanzien van
de tijd en stelt voor in ieder geval in 1968
met een bestemmingsplan te komen. Of het zal
gelukken ons te beperken tot West is voor hem
een grote vraag. Hij is er voorstander van om
de speelvelden binnen de wijken te houden,
ook al omdat men anders de plantsoenen en par
ken gaat gebruiken,
Hij vraagt instemming om de geschetste tijde
lijke voorzieningen tot stand te laten brengen
Zonder hoofdelijke stemming wordt met dit
voorstel akkoord gegaan.
- In het rapport der raadscommissies wordt ook
nog gesproken over de visvijver bij de nieuwe
bejaardenwoningen.