-166- VI. Jeugdsubsidieregeling. De VOORZITTER zegt het voorstel Aarts ver standig en prudent te vinden. Het plan is thans slechts een raamplan, nog geen be stemmingsplan. Straks, bij de nadere uit werking en de bespreking met de andere in stanties kan met de belangen van de agra- ri'êrs worden rekening gehouden. Hij zegt te hebben begrepen, dat de aad de verdere be handeling wil aanhouden en Burgemeester en wethouders om waar nodig te overleggen, "onder hoofdelijke stemming wordt akkoord gegaan met de door de Voorzitter gegeven omschrijving. De VOORZITTER deelt mede, dat de beide raadscommissies adviseren de beslissing aan te houden om de commissieleden alsnog gele genheid te geven de regeling nader te bestu deren. Daartoe zou de regeling aan de com missie-leden dienen te worden toegezonden. Het lid BIEMANS stelt voor de ontwerp-rege- ling aan alle Raadsleden toe te zenden. Wethouder van der WESTEN stelt, dat bij de inwerkingtreding van de vroegere verenigin gen deze ook bruikbaar was. Er waren ver enigingen, vooral de jeugdstandsorganisa- ties waren het middelpunt van het vereni gingsleven, niettemin zijn een aantal ver enigingen - ondanks deze subsidieregeling - als sneeuw voor de zon verdwenen, een bewijs dat er zich een evolutie voltrok binnen het verenigingsleven. Het uitgangspunt van die regeling is thans niet meer bruikbaar, "ij is blij met de reeds gevallen uitspraakdat het een goede regeling is, en dat met deze regeling wordt bereikt, dat de gelden komen, waar ze thuis horen. Het lid van de MOSSELAAR zegt, dat in de nieuwe regeling zelfs van een recht kan wor den gesproken. Het lid van GEEL maakt bezwaar tegen de re gel, dat een vereniging drie jaar wordt ge dupeerd, wanneer fraude plaats vindt. Wethouder van der WESTEN antwoordt hierop, dat de vereniging dan zelf kan optreden door wijziging van het bestuur. Het lid van de MOSSELAAR stelt, dat op dit punt het rapport van de beide commissies een hiaat vertoont. Er is in de commissie duide lijk gesteld, dat bij handhaving van "dat bestuur" de vereniging gedurende drie jaren niet voor subsidie in aanmerking komt. ^omt er een ander bestuur, dan houdt die ternijn op. De VOORZITTER gaat akkoord met het voorstel Eiemans om de regeling aan alle Raadsleden toe te zenden. Het lid van de Hosselaar heeft het juist gezien, dat er voortaan van een zeker recht in plaats van een gunst kan worden gesproken, ^ovendien moeten de vere nigingen nu zelf uitmaken hoe het subsidie beleid tegenover de jongeren zal zijn. Gp de besturen wordt een eigen verantwoordelijk heid gelegd. Ten aanzien van de onthouding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 166