-171- van de gemeente-begroting met 2 maanden wordt verdaagd. Betreft aanschaf bcekhoudautomaat j)schrijven van het bestuur van het Woonwagen centrum Breda, houdende toezending van de be groting 1968; k)verslag van de commissie tot wering van school verzuim te Frinsenbeek over het jaar 1967? l)adres van de winkeliersvereniging "Groenstraat-' lakenstraat" om de Groenstraat wederom voor alle verkeer in beide richtingen open te stel-t_ len m)mededeling van Burgemeester en wethouders in zake garantie-verlening aan C.J. Backx te Breda; s_ n)goedkeuring op de 21e wijziging der gemeente- 'iS begroting 1967; betreft aanschaf boekhoudauto- maat Al deze ingekomen stukken, met uitzondering ech ter van die onder f en 1 - omtrent de bijzonder-1 heden zie hierna - worden zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen, ad f) Omtrent het verzoek van de heer C. Kooij- man om ter afsluiting de parkeerplaats A_ aan de Groenstraat een groenvoorziening aan te brengen deelt "ethouder HURKS mede, dat enkele jaren geleden in de Raadsvergadering door de Voorzitter de vraag aan de orde is ge steld of ter plaatse een parkeerruimte dan wel een groenvoorziening dient te worden aange- bracht. De Raad heeft toen de parkeerruimte gekozen, bovendien is die gedachte door spreker destijds nog ondersteund. Burgemeester en Wet houders zijn op grond van dit raadsbesluit niet bevoegd thans hierin verandering te brengen. Heeft de Raad een andere mening, dan wil hij die graag horen. De Heer Kooijman beroept er zich op, dat hem destijds in die richtingen toezeggingen zijn gedaan door een der ambtena ren. burgemeester en Wethouders hebben dit de ambtenaar afgevraagd, doch deze ontkent ten stelligste enige toezegging te hebben gedaan. De VOORZITTER licht toe, dat het twistpunt in derdaad de stelling van de heer Kooijman be treft, dat dit door de heer Geerards zou zijn toegezegd. Bpreker zegt bij dit gesprek niet aanwezig te zijn geweest. De een z'n ja is de ander z'n nee. De heer JANSEN suggereert aan de heer Kooijman een fatsoenlijk antwoord te zenden. Wethouder van der WESTEN verschilt van mening met Wethouder Hurks, dat de vraag van al of niet beplanting in de Raad is behandeld. Gezien de practische moeilijkheid om daar be planting aan te brengen - het zijn enkele uit ritten naast elkaar - is dit nooit als voor stel aan de orde geweest. Het doel was steeds een parkeerplaats. De heer van de MOSSELAAR is van mening, dat de huidige situatie beter is dan wat er ook be sproken zou mogen zijn. Overigens is hij van mening, dat men als Raad beslist achter de ambtenaar moet gaan staan, "ij moeten ons dis- tancieren van hetgeen deze ambtenaar in de mond wordt gelegd. Hij zegt zich niet te kunnen e- r-. •en Lr :h-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 171