-176-
Zonder hoofdelijke stemming wordt akkoord ge
gaan met aanhouding van dit agendapunt conform
het advies van de Raadscommissie Openbare
W erken
6Voorstel tot wijziging en hernieuwde
vaststelling van de verordening op
de heffing en invordering van keurlonen
in de gemeente Frinsenbeek.
7» Voorstel tot vaststelling van een
nieuwe legesverorceninr
Voostel tot verkoop van een strookje
grond aan de heer A. de Njjs te Prinsen-
beek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
De heer van de MOSSELAAR vraagt - en deze vraag
heeft hij ook in de commissievergadering ge
steld, doch hierop geen voldoende antwoord ge
kregen - of deze prijs overeenkomt met de
grondprijzen van plan V*est.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze grond afgaat
van een perceel, dat dezelfde verkoopprijs
heeft. Ook het N.K.V. bouwt daar voor dezelfde
grondprijs
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstJ
het voorstel besloten.
9. Voorstel tot aankoop van enkele strook
jes grond vcor de reconstructie van de
Vianendreef en de aanleg van de holen-
straat.
10. Voorstel om de Minister van Cultuur.
Recreatie en Maatschappelijk Werk in
overweging te geven enkele bouwwerken
toe te voegen aan de ontwerplijst van
beschermde monumenten voor de gemeente
Frinsenbeek (en ten aanzien van enkele
andere panden de omschrijving aan te
vullen)
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
De heer JANSEN zegt zich te willen distancieren
van de suggestie in het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders als zou voor deze panden van
"bevriezing" geen sprake zijn. Deze conclusie
dient alleen als wishfull thinking. Ook in Bre
da is men overeenkomstig gevaren in de Cathari-
nastraat. Burgemeester en wethouders suggereren
wat er beslist niet in zit.
De VOORZITTER antwoordt, dat in Breda het ver-
keersbelang in het gedrang kwam met het his
torisch belang.
De heer van de MOSSELAAR vraagt een duidelijke
taal over hetgeen thans besproken wordt.
De heer JANSEN licht toe, dat de wet de moge
lijkheid opent om een perceel van de monumenten
lijst af te voeren op grond van bepaalde over
wegingen. Begint men daar aan, dan verzeilt men
in een formalisme, waar het eind ver zoek is.
De heer van GEEL vraagt of de bewoners wel be
kend zijn met de consequenties hiervan.
Wethouder HURKS stelt, dat drie van de vier
eigenaars wel weten waar het om gaat nl. de
Domeinen, de gemeente Breda en Kr. Mathon.
De heer van de MOSSELAAR is van mening, dat het
toch wel goed is hen dit duidelijk te maken.
Desnoods gaan we nu akkoord met drie panden en
in een volgende vergadering met het volgende
pand,
De VOORZITTER licht toe, dat betrokkene het ge
bouw niet in belangrijke mate mag verbouwen,
waardoor de aard en de architectonische presta
tie gaat veranderen. Het van de lijst afvoeren
is inderdaad een zeer moeizame weg. Wat we nu
doen is slechts verzoeken om de panden op de
ontwerp-monumentenlijst te plaatsen. Later komt