18l -
ongelijk gesteld worden, dan zal de Kroon uit
maken of wij het verkeerd zien of niet. Dan ligt
de verantwoordelijkheid daar. Verder meent hij,
dat er niet langer over moet worden gepraat, en
verzoekt hij de Voorzitter het in stemming te
brengen
De heer Eiemans zegt de pleidooien van de heren
Jansen en van de hosselaar nog eens goed te heb- -
ben overwogen, en te hebben geconcludeerd, dat
hij achter de heer Jansen zal gaan staan.
Mevrouw van DONGEN zegt uit het relaas van de
heer Jansen te hebben begrepen, dat hij bij het
afchequen der handtekeningen onderscheid maakt
tussen mensen, die katholiek en die niet-katho-
liek zijn, en aldus tot een te weinig aantal
leerlingen komt voor het stichten van een open
bare school voor niet-katholieke ouders. Zij
vraagt of dit wel democratisch is. Naar haar
mening zijn er ouders, oorspronkelijk van katho
lieke huize, die hun kind naar een openbare
school zouden willen doen, als die school er is. e
Zo kun je de handtekeningen niet schiften.
De heer JANSEN antwoordt, dat er op de lijst
zelfs kinderen van de 6e klas staan, die komen
zonder meer al niet meer in aanmerking. 1
De VOORZITTER licht toe, dat het een goed recht
is van de heer Jansen als raadslid dit argument
te hanteren. Bij de beslissing mag men deze
overweging niet zover doorvoeren, dat men zou
zeggen: ik heb als het ware zoveel rode en zo
veel witte kinderen. Het aantal kinderen voldoet,
aan de wettelijke eis. Van de andere kant is er
zelfs de mogelijkheid, dat de ouders, die op de
lijst hebben getekend, tot de beslissing komen
hun kinderen toch niet naar deze openbare
school te laten gaan. Overigens moet hij er aan
toevoegen, dat Burgemeester en Wethouders zich
niet hebben begeven in de cijfers, zoals door de
heer Jansen gehanteerd, omdat dit voor het raads-1
voorstel niet van belang is. Wij chequen het
verzoek af aan de hand van de wet, en de cijfers
"ad hoe" - om de terminologie van de heer Jansen
te gebruiken - voldeden aan deze eisen. Er was
geen andere keus dan dit voorstel. Hij is met de
sprekers eens, dat - als deze school op zeer
korte termijn niet kan uitgroeien tot een zes-
klassige school en het zou blijven hinken op
een twee- of drieklassige school - dat de anders
denkenden dan weliswaar hun zin hebben, doch dat
het ten nadele van de kinderen zal zijn, en dit
heeft hij ook tegen de belanghebbende gezegd.
De rekening zal dan op de middelbare school wor
den gepresenteerd. Doch dat is niet de wet, we
hebben momenteel te doen met een aanvraag, waar-
van Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn,
dat deze niet te weigeren is.
De heer Jansen brengt andere elementen in het
geding. Het is aan U te beoordelen wat daarvan
juist is. Men moet niet twijfelen, men moet me
dewerking verlenen of niet. Wat de heer Jansen
stelt en voorstelt is een pracht aanbod en een
pracht vondst, maar het antwoord luidt: ja of
nee. Als U nee zegt, h eft het aanvragers-comité
recht van beroep op de Kroon. Ergens heeft men