hij niet schroomt Feskens te roemen. Vanaf 19^7
hebben we de prettigste ervaringen met Feskens,
zoals ook door de heer Dikmans naar voren is ge
bracht. Het is echter geen bewijs voor deze cijfers.
Anderzijds bleek de eerste begroting van Ir. van
Kleef zo'n j. 50.000,-- hoger te liggen, en bij in
schrijving hierop zou Feskens weer enorm onder het
begrotingsbedrag zijn gebleven.
De heer ROELEN leest uit het commissieverslag van
Openbare Werken dat de herziene begroting is binnen
gekomen, nadat Feskens zijn prijs had ingediend. Er
staat, dat de herziene begroting achteraf is inge
diend.
De heer van de HOSSELAAR zegt te hebben begrepen,
dat beide brieven, zowel begroting als inschrij
ving, door een man zijn binnen^ebracht,
Wethouders HURKS geeft het relaas van de inschrij
ving en van de bespreking der herziene begroting.
Feskens bracht twee brieven binnen, een ervan is
door Wethouder van der Westen - de Burgemeester
was afwezig - geopend, en deze betrof het bouw-
rijpmaken van de grond voor de bejaardenwoningen.
De andere brief is ongeopend gebleven. Inmiddels
was Ir. van Kleef gearriveerd en nadien werd de
tweede brief geopend, welke op V/est II betrekking
had. De beide wethouders wisten echter niets af
van deze la tste inschrijving. Feskens vertrok
even later en toen is aan Ir. van Kleef de vraag
voorgelegd, waarom de laatste begroting en de in
schrijving zo dicht bij elkaar lag. Ir. van Kleef
heeft uitgelegd, dat hij zich naar Feskens had ge
richt, zoals hij dat ook bij een andere gemeente
doet, waar steeds dezelfde aannecer aan bod komt.
Hij verklaarde zijn eerste b groting te zullen
handhaven als het een openbare aanbesteding zou
worden
Wethouder van der WESTEN bevestigt deze toelichting,
Hij voegt er aan toe, dat tevoren reeds in de ver
gadering van Burgemeester en wethouders door het
Hoofd van Openbare Werken erop was gewezen, dat de
begroting van Ir. van Kleef - de heer v.d.^eyde
had die toen al in zijn bezit - kennelijk was aan
gepast aan de cijfers van West I. Als loco-burge
meester heeft hij daar reeds toegezegd, dat dit
aan Ir. van Kleef op de man af zou worden gevraagd.
Het gevaar bestond zelfs, dat Feskens nu boven de
aangepaste begroting zou zijn uitgekomen.
De heer WILDBAGEN zegt overigens - zij het als
leek - niet enthousiast te zijn over het door
Feskens in aanleg genomen 2e deel van de Vianen-
dreef. Dit speelt echter via de ruilverkaveling
en niet via de gemeente. Er zullen hierover wel
opmerkingen komen, doch dat is niet onze verant
woordelijkheid.
De VOORZITTER meent, dat het dan ook uitkijken
wordt voor de Zanddreef.
«ethouder HURKS zegt deze aangelegenheid in de
ruilverkavelingscommissie te zullen bespreken.
De heer JANSEN meent, dat we een gevaarlijke kant
uitgaan: er is een fout van Ir. van Kleef en nu
nemen we het Feskens kwalijk. Als Feskens het op
een ander werk al of niet goed doet, dan is dat
onder verantwoordelijkheid van derde. Wij moeten
alleen over de gemeentelijke verantwoordelijkheid
praten, en we dienen er voor te waken, dat Feskens