-206-
aan de hand van een rapport van een ambtenaar
van Prinsenbeek, anders kan Breda dit enkel
schriftelijk melden zonder dat het nader is
aangetoond; het gaat om de manier van benade
ren; er is een tijd geweest - hij wil hierop
niet terugvallen - dat men van de zijde van
Breda op een geweldige brute manier is binnen
komen vallen; als de ander er dan even zo
bruut tegenover gaat staan, dan kan het minne
lijk overleg ineens weg zijn.
Voorzitter: Breda hebben wij destijds onmxöel-
lijk medegedeeld^ dat wij bij falen van minne
lijk overleg direct bereid zijn onze ambtenaren
te laten komen; overigens zal het zeker nog 1
a 1£ jaar duren voordat de procedure begint; er
zal dan zeker in het overleg al een grote eind-
phase zijn bereikt.
Wethouder van der Westen: laat ons geen rad
voor ogen draaien; als Breda niet slaagt, dan
laat ons niet wijsmaken dat onze ambtenaar de
bevoegdheid zal krijgen om veel verder te gaan
als Breda reeds heeft voorgesteld; het zal dus
weinig voorkomen, dat een onzer ambtenaren moet
bijspringen; de uitkomst is beslissend.
De heer Roeien: vandaar een rapport van onze
eigen ambtenaar hoe dat overleg heeft plaats ge
vonden.
De heer Aarts: volgens het Bredase rapport is
het volgens deskundigen nodig de grens van het
onteigeningsdeel iets te wijzigen; hiervan
staat niets in het besluit.
Voorzitter: de kaart is bepalend voor het besluit,
en op de kaart is die wijziging wel opgenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
7. Voorstel tot voorlopige vaststelling
van de gemeente-rekening, de reke
ning van het grondbedrijf, van het
woningbedrijf en van de Stichting
Gertrudisoord. alles over 1965.
Voorzitter: de Raadscommissie Financiën is ak
koord; de stukken zijn ongetwijfeld diepgaand
onderzocht; verlangt iemand over deze jaarreke
ningen het woord? wenst iemand stemming? dan
stelt hij achtereenvolgens ter voorlopige vast
stelling voor: de jaarrekening 1965 Stichting
Gertrudisoord, de jaarrekening 1965 woningbe
drijf, de jaarrekening grondbedrijf en de ge
meenterekening 1965»
Zonder hoofdelijke stemming worden deze reke
ningen conform het voorstel voorlopig vastge
steld.
8. Voorstel tot intrekking van de He
wijziging begroting 1967 woningbe
drijf.
Voorzitter: deze intrekking is het gevolg van
de bekende kwestie van de niet haalbaar gebleken
woningwetwoningen aan Zilverhof.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
9. Voorstel tot het beschikbaarstellen
van een krediet voor de bouw van
10 woningwetwoningen in West II.
Voorzitter: dit is het contingent 1968; we
hebben overigens niet erg veel hoop deze 10
woningen te kunnen realiseren, omdat de Minis
ter nog steeds vrij sterk volhoudt aan een
maximum-grondprijs voor woningwetwoningen,
momenteel liggende op ^.500,a 5«Ó00,-;
wij hebben deze gronden in West berekend op
6.000, dus zal het een zwaar overleg be
tekenen; komt er een lagere prijs, dan zullen
de andere gronden via de Raad een hogere prijs