-115- de Heer Jansen: het onderwijs tendeert naar scholengemeenschappen, dus horen de scholen bij elkaar; bovendien is het niet goed als eenzelfde schoolbestuur scholen heeft op verschillende terreinen. De Heer van de Mosselaar komt ter vergadering. Voorzitter: (vraag van Geel) het terrèin van de huishoudschool is aanmerkelijk groter; wat bovendien de maquette van de huishoudschool laat zien is meer dan er daar voorlopig gebouwd wordt; (vraag Mevrouw van Dongen) de ervaring, waarover de Inspectrice schrijf is het feit, dat de normale urgentie-verklaringen uit honderden aanvra gen worden behandeld; als de gemeente over de middelen beschikt, komt de verklaring vrij snel af; er is bovendien een dringende urgentie omdat per 1 januari weer een kleuterklas uit de jongensschool moet verdwijnen wegens ruimtegebrek; de ligging aan de Vxjverstraat is zonder meer gunstig; kinderen blijven kinderen en gaan niet langs de kortste weg naar huis; als west is volgebouwd doen zich wellicht andere problemen voor, en dan kan de Schoolstraat - maar dat is een zaak van het schoolbestuur - misschien weer nodig zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 1^. Nota in verband met een door het Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant opgesteld rapport inzake het kleuter- en het lager onderwijs ter plaats Voorzitter: de Raadscommissie Financiën adviseert: a. alleen het aanvankelijk geraamde bedrag te betalen; b. het rapport aan de leden varvde Raad ter bestudering toe te zenden; c. de gegevens verder te vertalen in lokalen naar de behoefte in de opeenvolgende jaren; inderdaad is uit het rapport niet alles te lezen, maar er kan wel mee gewerkt; we zullen aan de wensen van de Commissie tegemoet komen, al zal het nooit altijd een schot in de roos zijn; het is een handleiding een prognos e de Heer Jansen: in het rapport van de Commissie staat een kleine onnauwkeurigheid; het gaat er niet om wat destijds is geraamd, maar wat destijds is overeengekomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van de Raads commissie financiën besloten en wordt overigens het rapport voor kennis geving aangenomen. 15. Voorstel tot herziening van het bedrag per leerling voor 1969 ingevolge artikel101 der Lager Onderwijswet 1920. Voorzitter: bij de begrotingsbehandeling is toegezgd in oktober te zullen terugkomen met de vaststelling van het bedrag per leerling, dit in verband met de invloed van de B.T.W. en van de loon- en prijs verhogingen in de loop van 1969; een herberekening heeft uitgewezen, dat het bedrag per leerling kan zijn f. 100,20. De Heer Aarts: in de commissie was reeds berek end (jat de verhoging niet f. 5,20 doch f. 5,25 zou moeten zijn, omdat in de bereking al een eerdere afronding naar beneden heeft plaats gevonden; het eind bedrag dient derhalve te zijn: f. 100,25.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 115