-98- Wethouder van der WESTEN stelt blij te zijn, dat er in het rapport van burgemeester en wethouders gesproken wordt over het betrekken van het gebied Heilaar bij Prinsenbeek. Hier is juist gemikt, om dat het streekstructuurplan bestemmingen aangeeft en voor Hreda niet de agrarische sector worat ge noemd. Het rapport haakt in op de gedachten van het agrarisch deel van Breda, opdat het verlangen naar een agrarische gemeente uit de verf komt. Hit agrarisch deel heeft thans 1-g- man in de raad van Breda, bij Prinsenbeek gevoegd heeft het zelf standigheid en inspraak. In Breda leven zij te ver van elkaar. Heze gedachten moeten ook op bestuur lijk gebied worden doorgegeven. Samenspel is moge lijk, dit dient te worden uitgebracht via de Tuin bouw en de Boerenbond, wat meer efiect zal hebben dan vanuit de burger±x#xx bevolking. Wethouder HUnKo zegt altijd voorstander te zijn geweest van een agrarisch gebied. Prinsenbeek neemt 10 a/o van de totaal omzet van de veiling - nu f. 40*000.000,-- - voor haar rekening. He veiling is onaer provinciale medewerking daar aan de rand van Prinsenbeek in het gebied Heilaar geplaatst, de ontwikkeling van het gebied Haagsche Beemden als stadsdeel is in feite al onzin. Een agrarisch ge bied als dit hoort niet thuis in de beleidssfeer van Breda. Hij gelooft niet - gelet op de inzichten van het veilingbestuur - dat men alles naar Prin senbeek wenst te laten overgaan, gevaren zijn er nu al door het Bredase beleid. Met de R.T.B. was duidelijk afgesproken, dat er geen industrie zou komen rond de veiling, terwijl nu het eerste schaap al over de dam is. De heer van de MOSSELAaR meent dat deze mensen, deze agrariërs op de hoogte moeten worden gebracht van de mogelijkheden Hit kan inderdaad beter ge beuren via Tuinbouw- en Boerenbond dan via het ge meentebestuur. De basis moet worden gelegd, niet via leuzen, maar door hen ervoor warm te krijgen. Achter de schermen zou dit op gang moeten worden gebracht van gemeentewege; de plaatselijke bestu ren moeten zich als bestuur daar laten uitnodigen, maar eerst moeten we onze verenigingen hiervoor warm zien te krijgen. Wethouder van der WESTEN is van mening, dat er destijds wel mensen waren die zeker niet tegen deze opvatting zijn. Via plaatselijke besturen dienen de onderdelen van het rapport met het be stuur aldaar te worden doorgesproken; het moet v/orden overgeheveld, dan is het een sterk argument. Het agrarische is bestuurlijk zwakker in de stad dan het burgerlijke. We moeten een bespreking met de besturen van Boerenbond en Tuinbouw lanceren. De lauwheid is verklaarbaar omdat die bevolking er niet bij betrokken wordt, zij hebben het niet van nabij gevolgd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 136