-53- verlengen; wij denken aan een verlenging van drie maanden; bij de Riviermonden heeft men echter gevraagd om vier maanden verlenging, omdat ook na de vakantie-periode gezien het groot aantal gemeenten - deskundigen niet in staat zullen zijn op korte termijn tot een afgerond rapport te komen; analoog daaraan stellen wij U voor de Minister een verlenging van vier manden te vragen een tweede punt is wie trekken wij als deskundige aan en welke middelen worden daarvoor beschikbaar gesteld; in verband met de korte tijd, welke nog restte, heeft ons College geen gelegenheid gehad zich te beraden over de voorliggende aspecten; ik hoop op korte termijn de mening van ons College aan de Raad kenbaar te maken, waarna de benadering van deskundigen kan plaats vinden; De Heer Aarts met twee fracties hebben wij hierover vergaderd en ik mag U deze brief als uitslag van de vergadering overhandigen. Voorzitter leest brief voor van 16 juni 1969, geschreven namens de fractie Roeien en K.V.P.-fractie) mag ik de mening vragen van de fractie de Heer van de Mosselaar? De Heer van de Mosselaar wij kunnen ons hierbij volledig aansluiten; Voorzitter ik ken de mening nog niet van de gemeenten Terheijden en Teteringen; morgen hebben wij met die gemeentebesturen vergadering; mocht de Heer van Haren dus door de beide andere gemeenten worden aangezocht, dan dient er naast de Heer van der Top een andere deskundige te worden benaderd. De Heer JaBsen we zijn van mening, dat een deskundige voor drie gemeenten ofwel hinkt op de gedachten van de ene ofwel op die van de andere gemeenten, met als gevolg, dat de zaak wordt vertroebeld; als de Heer van Haren wel benaderd is, doch nog niets aan andere gemeenten heeft toegezegd, dan hopen wij, dat hij ten gunste van ons zal beslissen, en dan nog onder de voorwaarde, dat hij niet voor een der beide andere gemeenten zal optreden; er zijn te tegenstrijdige belangen. Voorzitter als eerste persoonlijke reactie kan ik U wel het volgende mededelen: destijds is de gebiedsruil met Breda - waar we allemaal enthousiast over waren - aangehouden door Gedeputeerde Staten met de overweging, dat de toekomst van het gebied Effen - de Rith- Vugtschoot nog niet vaststond; zou dit gebied een stedelijke bestemming krijgen, dan zou dat de taak van Breda zijn en kon later moeilijk het gebied weer worden teruggedraaid naar Breda; wij konden daar begrip voor opbrengen; inmiddels is het streekplan gepubliceerd, waarin dit gebied als agrarisch is bestempeld; niets zou logischer zijn geweest als nu de van onder-af-opgebouwde gebiedsruil zou worden verwezenlijkt; thans komen Gedeputeerde Staten met de opmerking "Breda heeft het tot nog toe goed gedaan, waarom zouden we nu gaan ruilen?"; zij zien hier volkomen voorbij aan de overeenstemming, welke tussen beide gemeentebesturen bestond; de geconditioneerde overeenstemming wordt door Gedeputeerde Staten niet weerlegd; een van onze punten is de incongruentie van Gedeputeerde Staten in hun beleid; verder stelden Gedeputeerde Staten in de eerste verklaring, dat er in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 53