-84- geving aan te nemen; omtrent punt d is IJ zowel van het verzoek van Burgemeester en Wethouders als van het antwoord van de Minister een copy overhandigd; wij menen de mogelijkheid om een hogere uitspraak te vragen niet ongebruikt te mogen laten, ook al opdat dit ons straks niet wordt tegengeworpen; de Wet Beroep Administratieve Beschikkingen kent de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen administratieve be slissingen, waartegen volgens andere wetten geen beroepsmogelijkheid bestaat; (de voorzitter leest de betrokken wetsartikelen voor van de Wet B.A.B.); beslissingen als thans door de Minister genomen vallen onder de termen van deze wet; de beroepstermijn loopt vanaf de dag, dat de beschikking is verzonden tot 30 dagen daarna; in ons geval be tekent het, dat de beroepsmogelijkheid 20 augustus afloopt; het in stellen van een beroep schorst niet de tenuitvoerlegging van de gege ven beschikking, wat wil zeggen, dat ons antwoord per 9 september a.s. bij Gedeputeerde Staten moet zijn, indien althans niet tevoren krach tens deze wet anders is beslist; van de beroepsgronden is voor ons van belang dat bij de Kroon voorziening kan worden gevraagd als een ad ministratief orgaan - in dit geval de Minister - anderszins heeft be schikt in strijd met enig in het algemeen rechtsbewustzijn levend be ginsel van behoorlijk bestuur" en de aanvrager door deze beschikking rechtstreeks in zijn belang is getroffen; een verdere mogelijkheid is nog het aanspannen van een kort geding bij de voorzitter van de afde ling geschillen van bestuur van de Raad van State om schorsing te vra gen van de beschikking van de Minister op grond van het feit "dat de tenuitvoerlegging van de beschikking voor de klager een onevenredig nadeel met zich zou brengen in verhouding tot het door een onmiddel lijke tenuitvoerlegging van de beschikking te dienen belang"; als deze voorzitter schorst, dan stuit deze schorsing onmiddellijk de werking der geschorste beschikking; de beroepsprocedure - dus niet de schorsing - houdt in, dat de voorzitter van deze afdeling direct aan de betrokken bewindsman vraagt zich binnen 14 dagen uit te spre ken over de vraag of herziening der beschikking in overweging wordt genomen; wanneer wij ons beroepschrift rond 15 augustus inzenden, zal de Minister dus vóór 30 augustus aan deze voorzitter zijn mening mede delen; dan bestaat theoretisch de mogelijkheid, dat wij nog vóór 8 september van de Raad van State weten of al dan niet uitstel wordt ver leend; we moeten echter blijven rekenen op een voorlopige uiterste da tum van 8 september, al zal er dan een zeer summier rapport aan Gede puteerde Staten moeten worden verzonden; het is niet juist, dat de Minis ter duidt op de mogelijkheid om ons straks nog te verdedigen; dan ver dedigen wij ons tegen een wetsontwerp en kunnen we ons moeilijk keren tegen het principe van de herindeling; wij zijn met het gemeentebestuur van Teteringen - dat reeds in beroep is gegaan - van mening, dat de Minister bij zijn beslissing de beginselen van behoorlijk bestuur niet heeft gehanteerd. Wethouder van der Westen in ieder geval moeten wij ons toch richten op 8 september. de heer Aarts het bevreemd mij, dat de Minister schrijft, dat wij "officieel" reeds 11 september 1968 op de hoogte zijn gesteld met de herindelings plannen; de Burgemeester van Teteringen heeft in dit verband terecht op gemerkt, dat het op tegenstand van Gedeputeerde Staten zou hebben gestuit als de gemeente onmiddellijk na 11 september 1968 kredieten zou hebben ge voteerd voor de aantrekking van deskudigen; Gedeputeerde Staten zouden dan terecht hebben opgemerkt er is nog niets aan de hand, het is alleen - een -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 84