-95-
de Heer Aarts: al zijn dan E.T.I. en Provinciaal Opbouworgaan
adviseurs van de provincie, wanneer zij dit rapport lezen worden
ze met de andere zienswijze geconfronteerd en dan kan wellicht
zelfs hun advies aan Gedeputeerde Staten anders worden.
de Heer Jansen: ik geloof niet dat we Provinciale Staten als
orgaan moeten benaderen; we moeten de leden van de Provinciale
Staten "sec" volledige oriëntatie geven; ik kan me voorstellen,
dat op een vraag in de Staten, zo maar in het wilde weg Gede
puteerde Staten dit orgaan afwijzend antwoorden; wanneer de
Statenleden echter volledig op de hoogte zijn gebracht, dan
kon het wel eens zijn dat de vragenstellers beter op de hoogte
zijn dan de heren aan de andere kant van de tafel; er is nu
bij de Statenleden een gebrek aan back-informatie en dan is
het pareren vrij eenvoudig voor Gedeputeerde Staten; we moeten
hen volledig informeren in betrekkelijk brede kring; en U kunt
gerust met dit stuk op stap, het is een waardig stuk zonder
emotionaliteit en op niveau; als men het dan toetst aan de
omstandigheden, dan gaat men er anders over denken.
Ik wil nog een ander punt aan de orde stellen; voorheen
heb ik gesproken over een nieuwe visie inzake het herindelings
plan; dit gesprekspunt heeft tot verdere uitwerking geresul
teerd; als zakelijk argument had ik gemeend dat dit aan het
rapport van Dr. van der Top zou moeten worden toegevoegd;
vooral ook omdat deze nieuwe visie in een gesprek op hoger
niveau - waarbij de voorzitter aanwezig was - weerklank vond;
na herlezing van het rapport - van der Top ben ik tot de
conclusie gekomen dat deze nieuwe visie, als deze in het
rapport verwerkt wordt, onze stellingen verzwakt; het rapport
in tweede lezing gezien, meen ik toch ergens te moeten aan
vullen; het rapport bevat 1e het ruimtelijk probleem maar
verder ook andere problemen op maatschappelijk, sociaal, zake
lijk en cultureel gebied; we zijn tot de ontdekking gekomen dat,
ruimtelijk gezien, Breda landhonger heeft, niet omdat de
Bredase bevolking toeneemt - want die neemt helemaal niet toe
maar uit een oogpunt van interne migratie; de verdere groei
van Breda zal Breda nog moeten waarmaken; de stelling van Breda
is echter van andere aard; de bevoorrechte positie van de
randgemeenten vanwege haar gunstige grondpolitiek maakt het
Breda onmogelijk haar centrale funktie te vervullen; uit dit
oogpunt van grondpolitiek zijn de randgemeenten aantrekkelijker
dan de stad;
aan het rapport - van der Top zou ik het volgende willen toe
voegen: voor Breda is het punt van grond en huizenplanning
een hoofdmotief; nevenmotieven - behalve die van culturele
aard - zijn nauwelijks of niet aanwezig; wij kunnen dit pro
bleem uit de wereld helpen door gebruikmaking van de moderne
opvattingen over samenwerking; een ervan is de bereidwillig
heid om na afstand van het gebied Haagsche Beemden Oost tot
een gemeenschappelijk grondbedrijf te geraken; we ontzenuwen
daarmede het argument van Breda, dat de randgemeenten bij Breda
moeten komen vanwege de winst door het inwonertal;