-96-
bij deze fusie van grondbedrijven heeft Breda minder zorg bij de
uitbreding in de Haagsche Beemden Oost, omdat het dan niet meer
als dolksteek achter zich voelt de frusterende grondpolitiek
van de omliggende gemeenten en in het bijzonder van Prinsenbeek;
door deze gemeenschappelijke regeling wordt ten eerste de
grondpolitiek gesauveerd, ten tweede kunnen de hogere opbrengsiPn
van de grond in de randgemeenten door storting in dit centraal
grondbedrijf ten dienste gesteld worden van het verzorgings
pakket van Breda;
in het kader van artikel 61 der gemeentewet zocht men allerwege
naar nieuwe vormen; daarbij moeten de hoofddelen intact blijven
in het zelfstandig bestuur, de onderdelen kunnen in gemeen
schappelijk beleid worden aangepakt;
het is een politiek tegenvoorstel, dat wellicht tot een gewij
zigde opstelling kan leiden;
Voorzitter: met deze gedachte trapt men bij Provinciale Staten
een open deur in; uit de mond van een der Gedeputeerden hebben
we vernomen de grief, dat de randgemeenten op dit punt profi
teren; wij en de andere randgemeenten moeten naar harmonisatie
van grondprijs en grondbeleid; wij leveren dan een reële
bijdrage aan de uitbouw van de Baronie; dit zou wel eens een
zwenking kunnen betekenen in het standpunt van Gedeputeerde
Staten; ik vind dit een belangrijk principieel standpunt; hoe
denkt de Raad daarover?
de Heer van Geel: wanneer dit doorgaat zou het minder armslag
betekenen voor de randgemeenten; er zal hier steeds minder
kunnen worden gedaan; bovendien komt daardoor het eigen woning-
bezit in de knel; we worden dan in de hoek geschoven;
de Heer van de Mosselaars de rechtvaardigheid eist toch wel
dat in dit geval de randgemeenten ook van andere diensten en
rechten gebruik zullen mogen maken; met afremming van de groei
der gemeente kunnen we wel akkoord gaan, maar door deze hulp
mag er geen stopzetting van de groei plaatsvinden.
de Heer Jansen: wij kunnen een ruimer aanbod geven dan Breda,
want Breda moet veel intensiever bouwen; bij een uniforme prijs
speelt de preferentie een grotere rol; men kiest dan wellicht
f de randstruktuur omdat men daar bepaalde andere voordelen ziet;
in Prinsenbeek moet men met veel minder onrendabele stukken
rekening houden, bovendien hebben wij steeds een begroting
met een reël overschot; een groot plan in de stad vraagt
grote grondreserves voor o.a. scholen, winkels, wegen; juist
het reservegebied met een bouw, welke 10 jaar later plaats
vindt, kost renteverlies; dit kost de stad goud; dan is het
ook een hele zaak dat de randgemeenten de voordelen nivelleren;
het is in een stad duurder omdat het een stad is; we moeten
dit erkennen; we kunnen hieraan tegemoetkomen door hetzij een
centraal grondbedrijf op te richten hetzij door eenvoudige
harmonisatie van de grondprijs; wij hoeven als randgemeente
niet in de hoek te worden gedreven;in Breda is nog wel degèlijk
plaats voor een eigen huis, alleen de grondprijs maakt het
momenteel onvergelijkbaar;