-97- we zullen straks meer in de hoek worden gedreven doordat we als aanhangsel van Breda - na annexatie - volkomen dood bloeden; we moeten het ruimtelijk motief aanpakken, want voor de tweede motievenreeks op maatschappelijk, sociaal en cultureel gebied zitten we veel te ver van de bron af; zie de Hoge Vucht, daar tracht men door wijkraden leven te blazen in deze wijk; het zal ®reda nooit lukken de H0ge Vucht leefbaar te maken, want in een huurkazerne kent men zijn buurman niet; het wordt een doorgangshuis voor iedereen; ik dacht met ons voorstel een element uit de argumenten van Gedeputeerde ^taten te lichten. Wethouder van der "esten: de zaak kunnen we ook uit een andere hoek bezien; de bijvoeging van Princenhage bij Breda in de oorlogsjaren is zonder tam-tam geschied; de tijd was er ook naar; het is nooit begrepen en nooit bewezen waarom dit is gebeurd; nu pakt men het van hogerhand anders aan en worden meerdere gemeenten tegelijk samengevoegd; bij de besprekingen destijds over de uitbouw van Breda is van onze zijde de vraag gesteld: waarom bouwt öreda niet in Effen, de Rith en Vucht- schoot? er werd geantwoord, dat dit gebied al te intensief bebouwd was en onbetaalbaar werd; het is toen spoedig tot een vrij soepele overeenkomst gekomen in de vorm van grondruil; nu is er een ontwerp-streekplan gemaakt, waarin voor Breda aanwijsbare taken zijn toebedacht; het is echter opvallend, dat hierin bepaalde bevolkingsdelen niet worden genoemd; elke groep heeft het recht op bestuurlijke inbreng, al kan het niet ponds-ponds- gewijze gebeuren; de gebieden van Effen, de Rith, Vuchtschoot en Heilaar worden gevormd door tuinders, agrariërs, als Prinsen beek dan- zoals door Gedeputeerde Staten is medegedeeld- moet worden afgegrendeld, is het dan niet logisch, dat de agra rische gebieden bij elkaar worden gevoegd; ik hoop, dat de hevolking van deze gebieden het moment begrijpt en aangrijpt, het is wellicht hun enige en laatste kans; deze gedachte kan niet van het gemeentebestuur uitgaan; dit argument zou door de desbetreffende organisaties moeten worden overgebracht aan de agrariërs aldaar; de mening van de Heer Hansen betreffende de grondprijzen vind ik erg betrekkelijk; gezien de oppervlakten, waarover het gaat, kan moeilijk van concurrentie gesproken worden; Teteringen rijdt men in en er weer uit, Prinsenbeek is niet te vergelijken met de Haagsche Beemden; mede door de afgrendeling zal bovendien het bouwtempo verminderen en het zal een uitleg worden in het agrarische; daarnaast is er reeds gesproken en spreken we nog steeds over bijdragen aan de stad als soulaas voor de stede lijke voorzieningen; wij werken wel heel erg mee door de Haagsche Beemden af te staan, iets wat de toets der kritiek kan doorstaan; ik hoop dat zij - die het aangaat - willen zien dat het agrarische volksdeel zekerheid krijgt bij een agrarische gemeente en dat er van concurrentie weinig sprake zal zijn, opdat aldus de zaak niet met een drastische pennestreek behoeft te worden afgedaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 97