-5-
te komen met initiatiefvoorstellen, gericht aan het bestuur,
waardoor andere mogelijkheden zouden kunnen ontstaan; de
Heer van Gorp heeft daarop gesteld, dat het al of niet konen
van initiatieven niet onze zaak was, doch een zaak van het
bestuur;
de heer Hennekam antwoordt hij met het volgende: dat een sub
sidie uit de zomerkermis zou zijn toegezegd mag hij niet aan
nemen, want het tegendeel is hem (de Wethouder) steeds mede
gedeeld; integendeel, het bes Vuur zou bij aanvang hebben ver
zekerd dat het op eigen middelen zou draaien:
indien de gemeente lokalen ter beschikking zou hebben - waarom
is verzocht door de leiding - opdat kinderen kunnen worden op
gevangen, die niet naar de kleuterschool kunnen gaan, dan zou
de gemeente deze lokalen zeker ter beschikking hebben gesteld
van het kleuteronderwijs; subsidie-toezegging van gemeenten
verschilt van plaats tot plaats; in omgeving van flats is soms
een ruimte uitgespaard waar moeders bij toerbeurt de kinderen
bezig houden; voor Prinsenbeek met zijn landelijk karakter
gelden deze maatstaven niet; persoonlijk stelt hij zich de
vraag: mag een kind tot z'n 4e jaar de vrijheid hebben, dat met
het 4e jaar ontnomen wordt
hij ziet voor subsidie geen voorwaarden aanwezig, zeker niet
in Prinsenbeek, al is hij er van overtuigd, dat dit mogelijk
in de toekomst anders kan werden; bedrijven zien hierin om
economische redenen soms wel een taak.
Wethouder Roeien stelt naar aanleiding van door de Heer
Hennekam genoemde cijfers, dat hij niet afwijzend staat tegenover
het initiatief van de leiding der peuterspeelzaal, doch dat
hij heeft geinformeerd naar de subsidiërende gemeenten; bij
2 gemeenten v/as ret moeite de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten verkregen, bij de Je gemeente wist de betrokken wet
houder er nog niets van en zou alsnog informeren; hij (wet
houder Roeien) staat echter achter het voorstel van B. en W.
de Heer van de Kosselaar stelt, dat het persoonlijk initiatief
van het bestuur voor hem aanleiding is geweest achter het af
wijzend voorstel van B. en W. te gaan staan; overigens zijn
voor hem de woorden van Wethcuder van der Westen "wat de toe
komst zal brengen weet ik niet" en "de kinderen mogen vrijheid
hebben" niet met voldoende motiveringen gestaafd;
de motivering van deouders kan drieledig zijn n.l.
1uit een ontspanningsoogpunt voor de ouders zelf
2. uit een ontspanningsoogpunt voor de kinderen ter vermijding
van huiselijke spanningen
3. uit de overweging van de moeder om te gaan werken; dat kan
dan wel uit economische overwegingen zijn, maar sommige be
drijven willen in zo'n geval wol financieel steunen en een
deel van de crèche-kosten betalen.