15. Voorstel tot wijziging van de salarisverordening 1967. do heer Honnekam hooft een grote discrepantie geconstateerd tussen het hoger en het lager personeel; in het voorstel kont die verscheidenheid i.v.n. het bereiken van de 8.000 inwoners duidelijk naar voren; het is naar zijn mening een subjectieve zaak van B.- en W. en hij vraagt in hoeverre allen hiervan hebben geprofiteerd en of er uitzonderingen zijn gemaakt. de heer van Geel zegt, dat het personeel van de buiten dienst wol kan wordon opgetrokken, zoals uit het (volgende) voorstel blijkt, als men bijzondere kwaliteiten heeft; in andere gemeenten wordt met het buitendienstpersoneel toch wel op dit vlak de hand gelicht; voor het personeel van de buitendienst wordt wel weinig gedaan; diverse mensen zijn in loongroep 4 en blijven er; in de bouw kan het wel anders. de Voorzitter antwoordt, dat de Raad met deze gedachte- opstelling op de stoel van B. en gaat zitten; volgens artikel 212 gemeentewet regelen B. en de salarissen onder de voorwaarden, door de Raad gesteld; het gaat nu enkel om de voorwaarden en de salarisschalen; zijn deze voor de Raad aanvaardbaar; bij dit beleid wordt de secre taris betrokken en ook de afdelingschef, idem de ambtenaren- organisaties; een en ander is buiten beoordeling van de Raad, tenzij B. en van de richtlijnen van de Raad zou den afwijken; daarnaast kunnen de ambtenaren bij vermeende onrechtmatigheid bij de ambtenarenrechter aankloppen, doch niet bij de Raad; de ambtenarenbonden volgen deze zaken overigens nauwgezet. Wethouder van der Westen licht toe, dat deze materie een wettelijke uitvoering is; de gevolgen van het bereiken der 8.000 inwoners had niet in het voorstel behoeven te staan; het is zuiver een kwestie van rijksregeling; zo heeft b.v. het lager personeel geen ruimte door die 8.000 inwoners en is het aan B. en W. hier andere vormen te kiezen; uitzonderingen zijn niet bewust gemaakt, bij de toongroepen is elke verhoging zelfs onmogelijk; zo kan iemand met 15 dienstjaren buitendienst voor verhoging in aanmerking komen, maar dit gaat niet door als hij in middels enkele jaren elders heeft gewerkt; overigens zijn de ambtenarenbonden bezig met de gemeentearbeiders in salaris schalen onder te brengen - zoals bij het administratief en technisch personeel - doch dit kont niet zo vlot van de grond; wanneer dus iemand niet tot bevordering is gekomen ligt het aan deze regeling ofwel vloeit het voort uit persoonlijke (onvoldoende) capaciteiten;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 112