Raad 9-6-1970 2
g. goedkeuring op het besluit tot 11e xrijziging van de
begroting 1970. (betreft inrichting 3e noodlokaal kleuter
school).
h. mededeling van Burgemeester en Wethouders inzake verstrekte
garantie aan S. Boersma te Maarssen; L.A. de Wit te Breda;
W.J. Veenendaal te Maassluis; F. Mlzerman te Den Haag;
L.M. Rombouts te Rotterdam; M.F. van Steen te Breda; P.M.
Groeneveld te Rotterdam; en C.C.F.J. Caminada te Zwijn-
drecht
i. goedkeuring op de 10e wijziging van de begroting van de
gemeente, dienstjaar 1970. (betreft kleding en uitrusting
brandweer)
j. rapport van het Verificatiebureau te s-Grnvenhage inzake
controle administratie 1e kwartaal 1970 van het gemeentelijk
grondbedrijf;
k. alsvoor inzake controle administratie 1e kwartaal 1970 van
het gemeentelijk woningbedrijf
1. mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken, dat aan
Gedeputeerde Staten opdracht is gegeven aan de gemeenteraad
een ontwerp-regeling met kaart en toelichting betreffende
de gemeentelijke herindeling Breda-Woord toe te zenden.
ad. e:
Mevrouw van Dongen: de aanschrijving omtrent de caravan heeft
eerst plaats gevonden op grond van artikel 70 van de woningwet,
later op grond van artikel 152: is de correspondentie wel goed
en volledig
Voorzitter: de man heeft twee aanschrijvingen ontvangen n.l. een,
dc?,t de vergunning voor een sta-caravan niet wordt afgegeven, een
ander, dat de bouwaanvraag is afge vrezen; omtrent de eerste aan
schrijving heeft de Raad geen bevoegdheid, omtrent de tweede is
het U vrij te oordelen; betrokkene heeft zich aangediend als werk
zaam zijnde bij de aannemer voor de noordelijke invalsweg, maar
bleek nu een poosje later al niet meer bij die aannemer in dienst
te zijn; hij heeft zijn caravan aangesloten op gas, licht enz.
Heer Roeien: ik ben er van overtuigd, dat er goed gehandeld is;
indien U echter stelt dat zijn beroep niet haalbaar is, dan is
het schrijven onlogisch en simpel.
Heer van Geel: twee jaar geleden is ook gesproken over caravans
en toen bleek, dat iemand vrij een caravan bij zich kan laten
plaatsen; ik dacht, dat het plaatsen van êên caravan mogelijk was
Heer Jansen: we praten niet over iemand, die zijn caravan een
week heeft staan.
Voorzitter: het plaatsen van een caravan is in strijd met de
Wet Ruimtelijke Ordening; hij mag zeker niet langs een openbare
weg staan; is het niet storend - door de afstand van de openbare
weg - of bij voorbereiding van vakantie, dan willon wij er wel
willend tegenover staan.
-hier-