Raad 4-8-70/9. Voorstel on een door burgemeester en wethouders geweigerde vergunning: voor het bouwen van een woning pet bedri.ifsruinte in beroep te verlenen. Voorzitter; tijdens mijn vakantie schijnen notieven naar voren te zijn gekomen, die B. en W. tot andere gedachten hebben gevoerd; ik ben er zelf nog niet helemaal uit, naar het voorstel ligt ter tafel. Heer van Geel; een bedrijfsruimte van 6 x 8 n. voldoet dit aan de eis voor bouw in de agrarische sector als dat voldoende is, dan dacht ik dat er in de toekomst nog heel veel zouden konen; deze man zal bovendien waarschijn lijk stallen gaan gebruiken, die van zijn vader zijn. Voorzitter; dat mag niet meetellen. Heer Roeien; het is een moeilijke situatie, een kwalijke zaak, dat een vader do bedrijfsruimte aan de zoon moet verkopen, als die deze ruimten wil gaan gebruiken; dit is een vrij onlogische zaak; overigens oven een opmerking: in de vergadering van de commissie bestemmingsplannen kon ik niet aanwezig zijn; ik was in de veronderstelling dat daar alleen do Zekluza-route ter sprake zou komen; bij ontvangst van het verslag las ik daarin, dat ook de onderhavige kwestie behandeld is, en ik vond daarbij een motivering, welke naar mijn mening niets met het geval te maken heeft; met het thans voorliggende voorstel ben ik gelukkig; in de commissie is - naar ik heb begrepen - gesteld, dat betrokkene uitstel van militaire dienst heeft gevraagd, na het verleende uitstel een andere betrekking heeft aanvaard en dat dit dus een reden zou kunnen zijn tot weigering van de bouwergunning: dit vind ik een heel kwalijke argumentatie. Voorzitter: ik heb U gezegd, dat ik uit deze kwestie nog niet helemaal uit ben; een verzoek van dezelfde man is al eens door Gedeputeerde Staten afgewezen op grond van het feit, dat hij niet bonafide was; ik heb ook nu overleg gepleegd ter provinciale griffie en gevraagd of die bonafiniteit thans wel kan worden aangetoond, en zo niet, dat ik dan genoodzaakt zal zijn om van het eventueel te nemen raadsbesluit vernietiging aan te vragen. Heer Roeien: ik kan Uw aarzeling begrijpen; mij is bekend dat aanvrager ontslag gevraagd heeft uit zijn functie als kassier van de Boerenleenbank; ik acht het dus bost aanvaardbaar dat de man verklaart zijn emplooi verder te vinden in een agrarisch bedrijf; of die man wel of niet bonafide is, kan niemand van ons op dit moment zoggen; maar als de aanvraag voldoet aan de eisen, die in hot bestemmingsplan getollereord worden, dan is de aanvraag consequent en juist; is hot niet mogelijk dat betrokkene een huurcontract voor de schuur kan tonen Voorzitter: dat geldt niet voor een bestemmingsplan; het pand moet eigen dom zijn. Heer Roeien: ik ben hot niet eens met een bedrijfssituatie waar in 66n bedrijf 4 of 5 kinderen zijn, waarvan er é6n in het bedrijf wil blijven; dan zal hot voor dit gezin ten ene male onmogelijk zijn,^dat deze jongen het bedrijf koopt; want dan wordt hij ofwel heel sterk beoordeeld ofwel hij kan het bedrijf niet beginnen, en dan dacht ik dat het huren van een bedrijf heel reëel is. Hierna volgt een uitvoerige discussie over - de noodzaak tot het in eigendom hebben van bedrijfsruimten - de bungalow-bouw in het agrarisch gebied - do consequentie bij het verlenen in beroep van do vergunning - de noodzaak van een inkomen van aanvrager - de diploma's van betrokkene - de ontslagaanvrage van betrokkene alvorens vergunning tot bouw is verleend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1970 | | pagina 62