Raad 20-1-1970 6.
Vervolgens stelde de voorzitter aan de orde de begroting 1970 van
het gemeentelijk woningbedrijf.
Ook deze begroting word zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Hierop stelde do voorzitter de gemeentebegroting 1970 aan do orde.
Wethouder van der Westen zei, dat in verband met het aantal inwoners
per 1 januari 1970 een kleine correctie is aangebracht, dat echter
in het totaalbeeld van de begroting geen wijziging brengt.
Haar aanleiding van het uitgebracht verslag van de financiële
commissie deelde de voorzitter nog mede, dat uit dat verslag wel
bepaalde gedachten geëtaleerd worden o.a. met betrekking tot af
schaffing van enkele belastingen. Do voorzitter achtte het niet
prudent om in het laatste zittingsjaar van de Raad deze gedachten
nu al uit te kristalliseren en deze Raad, die aftredend i^ nu nog
belangrijke financiële aspecten aan de orde te laten stellen.
Wethouder van der Westen vroeg /in verband met hoofdstuk IV van de
begroting een korte toelichting kon verschaffen in verband met de
nogal aanzienlijke toename van de kosten aan de schoolartsendienst.
De voorzitter antwoordde hierop, dat deze belangrijke kostenverhoging
het gevolg is van de aanstelling van oen full-time schoolpsycholoog.
Naast de medeischo begeleiding van hot kind is het noodzakelijk,
wil een schoolartsendienst althans adequaat werken, hot kind ook
een geestelijke begeleiding te geven, /4le voorzitter of hij
Wat betreft do schooltandartsendient deelde de voorzitter nog mede, dat
onlangs in het kader van de schoolartsendienst een pleidooi is
gehouden door oen team van tandartsen om de schoolartsendienst uit
te bouwen met een schooltandvorzorging. Nu kent de schoolartsendienst
het zogenaamde verwijssysteem. Indien de schoolarts iets aan een
kind bemerkt, wordt hot verwezen naar de huisarts e.d. Ook de school
psycholoog maakt gebruik van hot verwijssysteem. In het pleidooi voor
oen schoolartsendienst wordt hot verwijssysteem nic-t overgenomen,
maar is sprake van cureren.
Dit systeem tast in beginsel de vrijheid van do ouders van het kind
aan om do keuze van een eigen tandarts zelf te bepalen. Het aspect
van de kosten speelt ook oen belangrijke rol, want het eerste jaar
van deelneming zullen do kosten weliswaar een bedrag belopen van
vijf tot zevenduizend galden, doch naar stellige verwachting zullen
deze kosten al heel spoedig stijgen tot tienduizend gulden en meer
por jaar. Bovendien rijst de vraag of het wel zin heeft in deze
richting door te werken, als men bedenkt, dat weliswaar aan do
hand van jaarverslagen is gebleken, dat 10 tot 157° van do kinderen
van Prinsenbeek slechtere gebitton heeft dan in plaatsen waar wel
een schoolartsendienst is gevestigd, doch dat verbetering van 10
tot 15% tevens een jaarlijkse investering betekent van tienduizend
gulden en meer.
Tenslotte werpt het curatief optreden van de schooltandartsendienst
in tegenstelling tot hot dusverre gevolgde verwijssysteem naar eigen
arts of specialist toch wel bedenkingen op.
Wethouder van dor Wc-ston sprak zijn lof uit voor do schoolartsendienst,
welke dienst in het verleden belangrijke verdiensten heeft gehad
voor de schoolgaande jeugd. Zou de schooltandartsendienst op het
zelfde vlak kunnen worden uitgeoefend als de schoolartsendienst,
dan zouden beslist goede resultaten bereikt kunnen worden.
- het -