- tevens ware op te nomen, dat non zich in eerste
instantie kan wenden tot de desbetreffende ambte
lijke diensten van de gemeente voor allerlei in
lichtingen.
- do spreekuren van Burgemeester en Wethouders die
non te worden vermeld.
- enkele te gedetailleerde dingen kunnen worden weg
gelaten n.l. wat volgt na de eerste zin zowel bij
punt 1 als punt 2 hiertegen zullen de ontwerpers
van de brief goon bezwaren hebben.- Indien de brief
aldus wordt omgewerkt, kan de Raad binnen enkele
dagen do gewijzigde brief aanbieden.
Mevr. van Dongen komt tor vergadering.
Op do vraag van de voorzitter of de Raad dan niet de
uitwerking aan Burgemeester en Wethouders overlaat
- bij een vereniging verwoordt toch het bestuur de
verlangens van do vergadering; Burgemeester en Wethou—
dors schrijven toch ook in de geest van de R ad -
antwoordt do hoer Hennekan, dat het hier oen door de
Raad ondertekend stuk betreft, zodat, indien de coali
tie althans met de inhoud akkoord gaat, het aan de Raad
is om de brief uit te werken.
Hieruit concludeert weer de voorzitterdat niet
wordt bedoeld de raadsleden te beschouwen als advo
caat van de particulier.
De heer van de Mosselaar stelt dat "zij met de ge
dachten van dit stuk akkoord gaan". Naar zijn op
vatting mag de tekst door Burgemeester en Yiethouders
worden herzien, nu hekend is wat de inhoud en de ton*
dens ervan is.
De heer Jansen poneert als tussenvoorstel dat Burge
meester n Y/cthouders de redactie vorder verzorgen,
het ontwerp naar de raadsleden zendt en indien bin
nen 2 x 24 uur geen bezwaren zijn ontvangen de brief
doen uitgaan; daarbij moet wel hij "zijn problemen"
het woord "zijn" worden weggelaten. Bovendien ziet
hij niet hoe iemand door het bijwonen van raadsver
gaderingen zijn wensen kenbaar kan maken.
De hoor Dirvon stelt dat de raadsleden niet moeten
worden beschouwd als advocaten van bepaalde mensen.
Zij zijn gekozen en daardoor vertrouwensmannen ge
worden; zij moeten do spreekhuis kunnen zijn en niet
om voordelen toe te staan. Het gaat er meer om de man
meer in contact te brengen met het gemeentebestuur.
Verder vraagt de heer Dirvcn of Burgemeester en
Wethouders reeds gedachten hebben over het reali
seren van wat onder "follow-up" is aangegeven.
vospzlttor antwoordt dat Burgemeester en Wethouders
hierover hun gedachten nog moeten laten gaan. Overi
gens zijn in de Klepel reeds een aantal informatieve
artikelen geschreven.
-4-