-6-
4. Aanbieding van clo rekeningen over hot dionst.iaar 1969 van de
gemeente, van het gemeentelijk gr oncl- en woningbedrijf en
van de Stichting Gortrudisoord.
Conform het voorstel worden zonder hoofdelijke
stemming de jaarrekeningen voor advies in han
den gesteld van de raadscommissie financien,
5Voorstel tot hot vaststellen vans
abepalingen inzake bestrijding van vervuiling van openbaar
bezit door honden
been nieuwe verordening op de heffing van een belasting op
honden.
De voorzitter stelt dat Burgemeester en Wethouders een correc
tie wensen aan te br ngen in het voorstel door toevoeging in
artikel 34 van de algemene Politieverordening van de zinsne
de gelegen binnen de bebouwde kom", daar anders geen enkele
hond meer vrij kan rondlopen.
Verder een inlassing in artikel 7 van de ontwerpverordening
in verband met ontheffing n.l. "zodanige ontheffing wordt
slechts verleend, indien vóór 1 juli van het belastingjaar
het optreden van oen dezer omstandigheden aan Burgemeester en
Wethouders wordt medegedeeld", zulks voor een betere controle.
Do heer Jansen stelt dat men er zelfs met do eerste correctie
niet is. Men mag dan b.v. als bev/oner van buiten de bebouwde
kom toch in de bebouwde kom met een loslopende hond komen.
Hij acht het echter geen taak van de Raad om de redactie te
formuleren. Hij laat dit aan Burgemeester en Wethouders en
het ambtelijk apparaat over. Van het dragen van een hondenpen
ning is hij een tegenstander. Het is een belasting van het
apparaat en hot effect is gering. Wie zal er een hond gaan
vangen om de penning te kunnen controleren? Met aanlijning
heeft men al het nodige bereikt.
Wethouder Roeien geeft als de mening van hot hoofd Openbare
Werken weer, dat preventieve maatregelen via de Algemene Po
litieverordening meer noodzakelijk zijn dan de hondenpenning.
Dat aanschaffing van de hondenpenning verplicht moet worden
gesteld, dat nummer van de penning en eigenaar van de hond
dient te worden geregistreerd. Ook opsporingsbevoegdheid van
Openbare Werken is nodig.
Spreker zegt overigens aan de penning niet zwaar te tillen.
Als de meerderheid van de Raad de penning niet wenst, dan
dient het hiaat te worden opgevangen door de andere maatrege
len. Is dat niet voldoende dan kan er altijd nog op worden
teruggekomen.
Wethouder van der Westen is dezelfde mening toegedaan als
wethouder Roelèn.
Do hoor Dirver zegt dezelfde mening te hebben als de heer
Jansen.
De heer van de Mossolaar stelt mede namens de coalitie, dat
er grenzen getrokken moeten worden omtrent het vuil van hon
den tegenover buren en plantsoenen. Hij schaart zich achter
deze gedachte nu er gelegenheid is buiten de bebouwde kom.
Ten aanzien van de penning heeft hij geen uitgesproken mening,
al ziet hij niet in dat men met de penning hot juiste doel
weet te bereiken.