- 9 -
Wethouder Roeien schetst de schoorvoetende instemming van Raad
en Gedeputeerde Staten met laatstelijk verleend recht van overpad,
nadat de commissie-ad-hoc bijzonder aarzelend deze zaak had gead
viseerd; met een groot aantal voorwaarden is het recht omgeven
Gedeputeerde Staten vroegen om eind 1971 voor het verzoek een andere
en meer doeltreffende oplossing in overweging te nemen; deze op
lossing bleek niet bereikbaar; het is thans een geheel nieuw ver
zoek, terwijl het vorige nog stoelde op verkregen rechten;
hij staat volledig achter het voorstel van Burgemeester en Wethouders
en hij vraagt de Raad het algemeen belang te laten prevaleren en
de veiligheid van de kinderen te stellen boven het nieuw te verlenen
recht; ontsluiting langs de Haverdijk is niet mogelijk gebleken.
De heer Jansen meende als sluitstuk van de redenering van wethouder
Roeien te mogen verwachten, dat er zou werden voorgesteld het pand
over te nemen en te amoveren; wanneer het pand in de weg staat is
de consequentie dat het dient te worden geanoveerd; dat zal in de
toekomst de enige oplossing zijn.
Wofahoudor Roeien antwoordt dat bereikbaarheid vanuit de Valdijk
wel mogelijk is; meent de Raad - zo vraagt hij - dat ook de
Tuinbouvloods straks door de gemeente moet worden aangekocht omdat
er aan do zuidzijde thans periodiek een uitweg is; hij wijst er
op dat de anovering van het pand in het geding is, zowel nu als
straks bij een nieuwe eigenaar.
De voorzitter is bang dat de Raad alleen de belangen van de kleuter
school voor ogen houdt; in de zomer zal vanaf 4 tot 7 uur 's-avonds
de situatie echter chaotisch worden wegens de nabijheid van het
ploeterbadje en de speelweide; dit telt nog zwaarder dan de school;
indien de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders verwerpt
zal hij namens Burgemeester en Wethouders aan Gedeputeerde Staten
verzoeken het algemeen belang te laten prevaleren.
De voorzitter stelt stemming aan de orde over het voorstel van
Burgemeester en Wethouders (afwijzing van het verzoek);
De heren Roeien, van Gorp, Hurks en van der Westen zijn vóór
dit voorstel, mevrouw van Dongen alsmede de heren ven Geel
do Raat, van de hosselaar, Lockx, Miltenburg, Hennekam en
Jansen tegen dit voorstel, terwijl de heer Dirven wordt geacht
zich als belanghebbende van stemming te onthouden, zodat het
afwijzend voorstel van Burgemeester en Wethouders is verworpen.
Vervolgens brengt de voorzitter in stemming het door de heer
van de Mosselaar geformuleerd voorstel
- verlenen recht van overpad vanaf 16.50 uur tot einde van elke
dag;
- dezelfde voorwaarden van toepassing als omschreven bij het
recht aan Dirven/Mols
- geldig voor een jaar met automatische verlenging van jaar
tot jaar indien klachten achterwege blijven;
- persoon recht.