-5- A1 geeft de tern "herindeling" een andere betekenis aan dan de oude benaning annexatie, die sterk duidde op een eenzijdig gerichte acti viteit, toch kunnen we niet aan de indruk ontkonen dat het onder havige herindelingsplan nog voortspruit uit de oude geest van regeren; een van bovenaf opgelegd plan en daarbij nog steunend op onvoldoende argunenten. Een korte terugblik in de geschiedenis, die voorafging aan dit plan noge het eerste punt verduidelijken. Begrip hebben voor eikaars be langen en het besef van de zijde van Prinsenbeek, dat ze de plicht had een naburige stadsgemeente als Breda, de mogelijkheid te verschaf fen voor een noodzakelijk geachte stadsuitgroei, zijn in 1962 de eer ste besprekingen op bestuurlijk niveau begonnen tussen Breda en Prinsenbeek. Een en ander resulteerde - om me tot de hoofdzaken te beperken, Mijn heer de Voorzitter - tot een volledig akkoord tussen de gemeenteraden van Breda en Prinsenbeek over de gebiedsruil Haagsche Beenden Oost en Rith - Effen. Voor deze ruil werd door de beide raden een verzoek gedaan aan de Kroon, die evenwel in 1966 over dit voorstel bij Koninklijk Besluit afwijzend beschikte. In het nidden latend dat nu, anno 1971, de gemeenteraad van Prinsen beek anders denkt over het gebied van Rith en Effen, blijft het een nerkwaardige zaak, dat, waar de overheid stelt dat er samenwerking moet zijn tussen gemeenten, ja zelfs die samenwerking, met de nadruk op shmen, zo belangrijk vindt dat het soms dwingend wordt opgelegd, diezelfde overheid hier een samenwerking in de vorm van een volledig akkoord tussen 2 gemeenten m.b.t. gebiedsruil naast zich neerlegde. Mogen we dan op dat mement spreken van een, overigens ingrijpend, meningsverschil tussen gemeenten en hogere instanties, voor Prinsen beek werd het tot een kortsluiting toen Breda, daartoe de helpende hand gereikt door Gedeputeerde Staten van NGord-Brabant bij het bekend worden van dit - toen voorlopig - herindelingsplan, zich terugtrok uit het overleg Breda en randgemeenten. En toen stond daar Prinsenbeek, niet ontmoedigd want dat zijn we nooit, maar wel verbaasd over een wellicht te krijgen bestemming die toen op geen enkel plan steunde, het welk later, bij het uitkomen van het streekplan West-Brabant, nog eens word bevestigd door het ontbreken van duidelijke argumenten. Door het eenzijdig verbreken van de besprekingen door Breda werd de positie van Prinsenbeek, maar niet alleen van Prinsenbeek, ook die van Teteringen en Terheijden tot een afwachtende gemaakt. Dat dit een zaak is, die niet meer van deze tijd is, waar openheid, gesprek, inspraak e.d. een terecht grotere betekenis en inhoud hebben gekregen moge ook wel blijken hieruit, dat onlangs bij de gehouden algemene beschouwingen over de begroting 1971, vanuit de Bredase gemeenteraad het verzoek kwam van o.m. de K.V.P.-fractie aan het College van Burgemeester en Wethouders in Breda, om de besprekingen met de randgemeenten weer te hervatten en daartoe als gemeente die uit het overleg was gestapt, het initiatief te nemen. -Al-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 24