-6- A1 het voorgaande heeft niet weggenomen, dat Prinsenbeek zijn ver antwoordelijkheid mede ten aanzien van de realisering Haagsche Beenden Oost is blijven voelen. Het zou niet aangaan, dat een klei nere geneente rennend zou werken op een grote geneente en toen er dan ook een aanvaardbaar plan voor het oostelijk gebied op tafel kwan, heeft de raad van Prinsenbeek er volledig nee ingestemd. Dit, on duidelijk aan te tonen, dat er bereidheid bestaat van de zijde van Prinsenbeek on nee te werken aan de voorzieningen ook in buiten-geneentelijk en intergemeentelijk verband, waaraan be hoefte bestaat. Resumerend zou ik van de voorgeschiedenis, die heeft geleid tot dit herindelingsplan willen zeggen, dat wij het betreuren, los van de inhoud van het plan, dat gedurende het besluitvorningsproces geen rekening is gehouden net werkelijke inspraak van de betrokken ge meenten, laat staan geneentenaren. En dan nu, mijnheer de Voorzitter, de kern van de zaak: simpel ge zegd, waarom dit plan Voor ons concreet waaron wil nen Prinsenbeek voegen bij Breda zijn daar goede argumenten voor Als de redenen daarvoor duidelijk voorhanden lagen, was het geen moeilijke zaak en zouden wij nu niet bij elkaar zitten om ons tegen dit plan te verweren. Want, ik gevoel er toch behoefte aan te zeggen - teneinde niet verkeerd begrepen te worden - dat wij niet strijden voor de zelfstandigheid, alleen en uitsluitend om die zelfstandigheid. Dit zou getuigen van een kortzichtigheid die dan terecht niet gehonoreerd zou worden. Nee, gegronde motieven zijn aanwezig om te be—wijzen dat het ons niet alleen om die zelf standigheid te doen is, maar veeleer om een leefbaar klimaat voor de bevolking van een gemeente die zijn zelfstandigheid in geweste lijk verband alleszins waard is. Voor die rechtvaardiging zijn alle argumenten voorhanden, gezien de 2e Nota Ruimtelijke Ordening en het Streekplan West-Brabant. Een en ander hoop ik tevens aanvullend toe te lichten in het vervolg van mijn betoog. Genoemde argumenten, waaraan wij dat bestaansrecht ontlenen zijn door deze raad reeds vastgelegd in de nota "Toekomst van Prinsenbeek", later uitgebreid met enkele kanttekeningen. Het heeft geen zin daar hier verder op in te gaan; het Provinciaal Bestuur heeft er uitgebreid kennis van kunnen nemen. Toch vinden wij het wenselijk enkele facetten naar voren te halen, te meer daar sommige in het verleden tot misverstand aanleiding hebben gegeven. Daar is allereerst de functie die Prinsenbeek in het kader van het Streekplan West-Brabant is toebedacht. Tussen de drie toekomstige woongebieden in deze streek nl. Zevenbergen, Etten-Leur en Breda is Prinsenbeek gepland als volwaardig lokaal centrum met een agrarisch-recreatief-forensisch karakter. Het verdient alle aanbe veling, dachten wij, om in deze driehoek van drie grote kernen met een urbane en semi-urbane bebouwing een dergelijke rustige gemeente als zelfstandig in stand te houden. Ook de bufferfunctie tussen Breda en Etten-Leur lijkt ons beter gewaarborgd met een zelfstandige ge meente in dat gebied. -Inderdaad-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 25