-4-
7. Voorstel tot vaststelling van, hot bedrag nor leerling ingevolge
artikel 55 bis cler lager onderwijswet 1920.
de Hoor van de Mossolaar nerkt op, dat in oen vorige comnissie-vor-
gadering al een bedrag van 130,is genoend; is dit bedrag ook gesug -
geroerd door de hoofdinspecteur tijdens het gesprek net wethouder van
der Westen, destijds?
de Heer Hennokan stelt dat ook in de commissie-vergadering is gesproken
over de 2.000,notariskosten wegens wijziging van het bestuur der
bijzondere scholen; dit bedrag zou niet mogen drukken op artikel 101
l.o.wet, hij vraagt of Burgeneester en Wethouders hierop al eon defini
tief antwoord hebben, gegeven.
Wethouder van der Westen antwoord (de Heer van de Hosselaar)dat
voor 1970 hot bedrag van 110,is verhoogd tot 120,en dat dit
is afgeleid van de begroting der openbare lagere school; ook voor
1971 heeft deze begroting ter inzage gelegen waarbij is geadviseerd
oen bedrag van 130,aan te houden; in het gesprek riet de hoofd
inspecteur is een verhoging in deze zin wel gesuggereerd;
(de heer Hennekam) ontrent de notariskosten is oen en andor hier afge
checkt on is non tot de conclusie gekonen, dat deze kosten wel zouden
nocten worden bestreden uit artikel 101toch zal dè hiermede belaste
anbtenaar dit toch nog ter bevoegde plaatse nagaan, zodat we hierover
nog nader horen.
Zonder hoofdelijke stenning wordt conform het voor
stel besloten
8. Voorstel tot vaststelling van het voorschot der exploitatievergoeding
ingevolge artikel 101 der lager onderwijswet 1920 voor 1971 en de vast
stelling van deze vergoeding voor 1970.
Zonder hoofdelijke stenning wordt conform het
voorstel besloten.
9. Nota in verband net het raadsbesluit van 13 september 1970 tot instel
ling van een vaste commissie van advies voor het midden - en klein-
bedri jf-y
de Heer Dirven stelt vast, dat de Raad tot instelling van deze commissie
heeft besloten, do Middenstandsvereniging begin oktober hierover is
aangeschreven, een drietal candidaten door deze vereniging zijn voorge
steld, terwijl nu Burgemeester en Wethouders met een andere visie komen;
het gaat om de inspraak, die zo'n commissie heeft: dat kan nuttig en
urgent zijn voor de middenstand; hierbij mag oen mogelijk vertragend
werken niet de doorslag gevon.
de Heer van Geel morkt op bij bepaalde punten desnoods een comnissie-
ad-hoc in dit verband kan gaan werken.
de Heer Jansen vraagt of de bezinning van Burgemeester en Wethouders
geboren is uit hoofde van de opdracht, welke aan deze commissie gaat
gegeven worden, ofwol als uiting van een kreet; de methodiek kan dan pas
uitsluitsel geven als de commissie hoeft gewerkt;