-2-
ontrent voorstel sub b (nanens de drie randgemeenten) heeft hij
begrepen, dat Terheijden er op de hoorzitting flink tegenaan wil
schoppen; zoals hij tijdens de vergadering der B. en 's reeds
heeft gesteld, blijft hij staan op een waardige houding, distanciëert
hij zich van "schoppen", vreest dat de positie van Prinsenbeek nogelijk
wel 15% achteruit zal gaan als Terheijden daar "te keer gaat"; boven-s-
dien acht hij het al bezwaarlijk dat Teteringen net 5 sprekers kont en
Terheijden net ninstens 5 sprekers;
- de Heer Hennekan ziet feitelijk niets nieuws in het concept van de
PTT-geneentenhet "needoen" is alleen onvoordelig voor Prinsenbeek,
bovendien acht hij een burgeneester als woordvoerder bij een politieke
(raadsleden) bijeenkonst niet de juiste persoon; er zitten grote ge
varen in het feit, dat Prinsenbeek hier als lijsttrekker fungeert; hij
zou het concept kunnen accepteren indien het alleen door Prinsenbeek
als informatie wordt gebracht;
- de heer van de Mosselaar zou Liet het concept akkoord kunnen gaan als
gebleken is, dat Terheijden en Teteringen zich netjes hebben gedragen;
hij vreest echter emotionele geladenheid en dan zal onze positie niet
worden versterkt, integendeel: dan zullen wij aan dezelfde kapstok
worden opgehangen;
- de heer Jansen stelt voor het concept om te werken als zijnde een stuk
van Prinsenbeek en vervolgens aan het slot te vermelden "dat uit infor
matie duidelijk blijkt, dat dit tevens weergeeft, wat er in de gemeenten
Terheijden en Teteringen leeft";
- de heer Jansen stelt vervolgens voor deze "bestuurlijke" verklaring door
Wethouder Roeien te laten afleggen.
Wethouder Roeien meent hiervan te moeten afzien, gezien zijn lidmaatschap
van de Provinciale commissie voor de ruimtelijke ordening (tevens lid
maatschap Provinciale Staten), aangezien het herindelingsplan in deze
commissie alsnog aan de orde komt;
vervolgens stelt de heer Jansen voor om Wethouder van der Westen hiertoe
te machtigen;
de Secretaris merkt op, dat in het "concept" niet de motie-Crul is vermeld,
maar een samenvatting va.n de bezwaren van de heer Crul tegen het herinde
lingsplan; wijziging zou dienen plaats te vinden;
- desgevraagd lezen de heren Hennekan en van de Mosselaar de door hen op
gestelde verklaringen voor; na enige door de Raad voorgestelde wijzigin
gen luidt de verklaring van de heer Hennekan?
"Mijnheer de Voorzitter,
U hebt uitvoerig kennis kunnen nemen van het standpunt van de Raad
van Prinsenbeek en ook dat van haar bevolking inzake de door IJ voor
gestelde herindeling Breda-noord.
Het zou derhalve overbodig zijn de door ons aangevoerde argumenten tegen
dit herindelingsplan nogmaals naar voren te brengen in deze spaarzame en
dus voor de gemeenten kostbare tijd.
-3-