-6-
Mijnheer de Voorzitter,
Naar aanleiding vr„n mijn betoog zou ik gaarne het volgende naar voren
willen brengen.
1e. Welke stappen denkt Uw College te nenen, nu duidelijk is geworden,
dat de neerderheid van de raadsleden en de neerdorheid van de be
volking van Breda en de P.T.T.-gemeenten tegen het onderhavige
ontwerp zijn
2e. Welke initiatieven kan en wil Uw College nenen of beverderen on het
aanbod van de geneente Prinsenbeek zo spoedig nogelijk te concreti
seren, zodat een ongestoorde woningbouw voor de "hoofdstad van West-
Brabant" verzekerd is
3e. Tenslotte, Mijnheer de Voorzitter, wil ik Uw College in overweging
geven (daar waar de wet slechts de nininale mogelijkheden onschrijft)
on op korte ternijn een discussienogelijkheid te bieden in deze voor
Breda en de randgeneenten zo belangrijke aangelegenheid"
De ongewerkte verklaring, af te leggen door Wethouder van der Westen,
luidt aldus:
"Mijnheer de Voorzitter,
Daartoe gemachtigd door de raad der geneente Prinsenbeek, deel ik U
het volgende nede:
1De Raad der geneente Prinsenbeek heeft, zoals U bekend, net algeuene
stennen besloten de geneente Breda in haar ruimtenood te helpen door
het aanbod tot overdracht van het gebied Haagsche Beenden Oost;
2. de Raad der gemeente Prinsenbeek kan daarom geheel instemmen net de
door de Raad der geneente Breda bij de behandeling van het herindelings
plan aanvaarde notie CRUL, waarvan de tekst blijkens de daarvan opge
maakte notulen luidt als volgt:
"De Raad van Breda besluit:
"a. zich uit te spreken tegen de ontwerp-regeling inzake het herin-
delingsplan Breda-Noord;
"b. alle pogingen in het werk te stellen om zo nogelijk binnen de be-
staande procedure het gebied Haagsche Beenden Oost op de kortst
mogelijke ternijn toe te voegen aan het grondgebied van Breda;
"_c. initiatieven te nenen on net medewerking van de gene ent eb es turen
en andere instanties die het aangaat, te konen tot een basis- en
structuurplan voor stad, regio en gewest in West-Brabant".
3. Vast staat - zie nctu-len - dat ook de leden van de raad der gemeente
Breda welke deze notie niet konden steunen zich ten aanzien van de waar
de van het herindelings-voorstel zeer kritisch hebben uitgelaten;
4. Tijdens een gesprek dat de Colleges van B. en W. der geneente Prinsen
beek, Terheijden en Teteringen op 14 augustus 1970 te 's-Hertogenbosch
nochten hebben net de gedeputeerde, speciaal belast net zaken betreffende
ruimtelijke ordening, heeft laatstgenoemde blijkens het van de provin
ciale griffie ontvangen verslag van deze bespreking verklaard:
-7-