- 6 -
Wethouder Roeien acht het zinvol de afronding van de
Markt te behandelen in de toegezegde tussenvergadering
te houden uiterlijk 8 juni a.s.;
hij acht zelfs net een verklaring van geen bezwaar,
nog geen zekerheid aanwezig bij de P.P.D.; hij licht
toe dat hij de naam Schuijtena is tegengekomen bij de
correspondentie over het plan Korteweg.
De heer Hennekam is van mening dat de Marktkwestie
begint te ruiken; er is een telegram, er worden namen
genoemd, het is allemaal onduidelijk, het wordt zelfs
onaangenaam; hij stelt voor de zaak verder te behandelen
in oen tussenvergadering en tevoren de fractievoorzitters
volledig in te doen lichten.
Gevraagd door de voorzitter of allen akkoord
gaan met dit voorstel-Hennekan delen de leden
Mevrouw van Dongen, en de heren van Geel, van Gore
van de Mosselaar en de Raat mede, dat zij tegen
dit voorstel zijn zodat het voorstel-Hennekam uit
eindelijk door de meerderheid (van der Westen. Roeien.
Dirven. Hennekam. Hurks, Lcckx) is aangenomen.
Na discussie verklaart de hoor van de Mosselaar zich achter
het voorstel-Hennekam te plaatsen, nadat hij van de zaak het
emotionele heeft ontdaan, en indien thans de datum van de tussen
vergadering kan worden genoemd, alsmede wordt toegezegd dat
alle stukken worden doorgesproken.
De heer Dirven verzoekt dat dan ook alle stukken voor alle
raadsleden ter inzage komen.
Een en ander wordt door de voorzitter toegezegd, terwijl hij
voorstelt de datum der tussenvergadering na afloop van de
huidige vergadering te bepalen.
De overige 4 tegenstanders handhaven hun stand
punt (mevrouw van Dongen, de heren van Geel, van
Gorp en de Raat).
De hoer van Gorp verklaart genotuleerd te willen zien dat hij
dit een eigenaardige stemming vindt, met name de manier
waarop is gestemd.
ad V;
ad W:
Op voorstel van de Voorzitter wordt zonder hoofde
lijke stemming besloten het schrijven van de heren
Bastiaansen en Boeren eveneens aan te houden tot
de volgende (tussen)vergadering ter gelijktijdige
behandeling met de Markt-situatio (zie U).
Op voorstel van de heer Dirven wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten het schrijven
van de heer Verhees (tweede woning of bedrijf)
te behandelen bi.i de punten 23, 24 en 25.