- 15 - 15. Voorstel tot vaststelling van een wijziging van het bestem mingsplan voor het land.eli.ik gebied der gemeente. De heer van de Mosselaar stelt: - bij art. 3a, lid 3, neer vrijheid te willen zien dan nu is vermeld; - bij art. 5, lid 3, bezwaar te nhken tegen "deze vrijstelling zal niet worden gegeven indien door die wijziging de afwij king van het plan zal worden vergroot". hij ziet Diever nooie boerderijtjes ontstaan in het lande lijk gebied; en het toestaan van deze vrijstelling; nisschien is het wenselijk het voorstel terug te verwijzen naar de connissie on de tokst te herzien; hij, naar ook Burgeneester en Wethouders hebben noeite net deze uitleg, gezien de gewetensbezwaren in dit College, blijkend uit laatst ter vernietiging aan de Kroon voorgedragen gevallen; hij heeft liever een verlopen verordening dan een verkeerde; of de Raad noet zich concreet uitspreken over het laten bewonen van boerderijtjes en dergelijke zaken; hij stelt voor art. 3a, lid 3, en art. 5, lid 3> te laten vervallen. De heer Hurks herinnert er aan dat het herbouwen van boerderijen tot woningen wordt gepropageerd door het Landbouwschap; ook in de ruilverkaveling zijn boerderijen verplicht geworden tot het stoppen net bedrijfsvoering. Mevrouw van Dongen, verwijzend naar het connissie-rapport, stelt voor te besluiten overeenkomstig de zinsnede "zich te verzetten tegen een verbodsbepaling on bestaande en nog op te richten gebouwen anders te gebruiken dan voor agrarische doeleinden", ondat het betrekken van boerderijen door anderen mogelijk moet zijn; vorder om de geldingsduur te beperken tot 1 januari 1972. De voorzitter meent dat men met deze voorstellen de deur open zet voor allerlei toestanden; het wordt door Gedeputeerde Staten nooit geaccepteerd; de Raad kan alleen aanvullende bepalingen maken. Wethouder Roeien wijst er op dat hot voorstel van Burgemeester en Wethouders 3lechts een verlenging is van de huidige bepalingen straks moet de zaak toch opnieuw worden bekeken; hij is niet eens met de zgn. gewetensbezwaren van Burgemeester en Wethouders; die besluiten zijn genomen om tot een duidelijke interpretatie te komen; het standpunt van het Landbouw schap zal overigens bij de verdere ontwikkeling een rol gaan spelen. Mevrouw van Dongen stel-,, dat de Raad niet moet beslissen zoals Gedeputeerde Stater het graag willen, naar zoals de Raad denkt dat het goed is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 83