- 10 -
Graag wil ik de toezegging doen enkele alternatieven o.a. papieren
zak of zelfs het gebruik van de emmer nader uit te laten werken
en deze met de daaraan verbonden reinigingskosten op basis van
2/3 kostendekkend in de commissie openbare werken en/of financiën
te bespreken, waarna de bevolking zich door middel van een enquête
of een extra Klepel duidelijk kan uit spreken voor een alterna
tief en de daaraan verbonden kosten.
Nadien zou zo snel mogelijk een behandeling hernieuwd in deze
Raad kunnen plaats vinden. Ik dacht dat het onmogelijk is nu
meteen onvoorbereid besluiten te nemen, waarvan de consequenties
niet te overzien zijn en spreek de hoop uit dat in de verdere
ontwikkeling moge blijken, dat de 700 handtekeningen ook
werkelijk bedoeld zijn om de milieu-verontreiniging zoveel moge
lijk te beperken.
Hierbij zou ik het graag in eerste instantie willen laten.
Op een vraag van de voorzitter, of men kon instemmen met da toe
zegging van wethouder C.J. Roeien om deze aangelegenheid nader
in studie te nemen, antwoordde de heer P.H.J. van de Mosselaar
dat hij na het beraad, dat over deze zaak heeft plaatsgevonden
en hetgeen door wethouder C.J. Roeien werd gezegd, met deze
toezegging geheel kon instemmen.
4. Voorstel tot vaststelling van de begroting: 1972 van de gemeente
van het gemeentelijk woning- en grondbedrijf, van de dienst voor
lichamelijke opvoeding, sport en recreatie en van de Stichting
Gertrudisoord. alsmede van de te verlenen subsidies 1972.
De voorzitter gaf aan de leden van de Raad de gelegenheid algemene
beschouwingen te houden over de diverse begrotingen en stelde
voor de vaststelling van de onderscheidene begrotingen te doen
plaats vinden in de a.s. raadsvergadering van 8 februari 1972.
Een zestal raadsleden, te weten, de heren P.H.J. van de Mosselaar,
B.M.J. Hennekam, P. Miltenburg, H.J.P.M. Dirven, A.J.C. Hunks
en mr. J.R.A. Jansen, wenste van deze gelegenheid gebruik te
maken
De voorzitter gaf allereerst aan de voorzitter van de grootste
fractie in de Gemeenteraad de gelegenheid zijn algemene beschou
wingen in verband met de gemeentebegroting 1972 te houden.
De heer B.M.J. Hennekam ving daarop zijn betoog als volgt aan:
Voor ons ligt de begroting van het jaar 1972, een totaalover
zicht van het financiële wel en wee dezer gemeente, belopend
tot een bedrag van meer dan 4.000.000,
Het zou ondoenlijk zijn nu in een algemene beschouwing de ver
schillende hoofdstukken, laat staan afzonderlijke posten door
te nemen. Daarvoor dient de vergadering van volgende week en
de enkele wijzigingen in de begroting die onze fractie dhn zal
voorstellen, zijn, zoals gebruikelijk, ook nog maar enkele
voorlopers van het beleid van dit jaar.