- 7 - Wethouder Roeien verwijst ten aanzien van de hogere verwervings kosten - door de voorzitter als eerste argument gebruikt - naar het begeleidend stuk, waaruit blijkt dat deze kosten minimaal en redelijk zijn namelijk 7,50 inclusief overdrachtskosten en de schade bij aankoop; hij zou niet graag de indruk achterlaten, dat de verkopers van deze percelen te goed betaald zouden zijn; boven dien liggen deze verwervingskosten bijna gelijk met die uit het andere plan. De voorzitter wijst erop, dat de hoge prijs niet ligt aan de koop prijs van een perceeltje, maar aan de hoeveelheid percelen. Hierbij komt nog dat in verscheidene gevallen een vergoeding voor herbouw kosten en hypotheekvergoeding moest worden gegeven. De heer Dirven is de mening toegedaan dat elke uitbreiding wegens allerlei factoren steeds meer geld zal gaan kosten. Hij geeft een korte uiteenzetting over de prijs bij de aanleg van Zuid en voorts over de gunstige ligging van bijvoorbeeld de percelen langs Velsgoed. Ondanks de prijsverhoging zullen de percelen waarschijnlijk gemak kelijk verkocht kunnen worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel doch mot hierop de volgende wijzigingen: a. de grond voor gesubsidieerde woningbouw met 1,— per m2 te verminderen; b. de grond voor ongesubsidieerde woningbouw met 0,50 per m2 te verminderen; c. de grond voor garagebouw op 60,per m2 te stellen. 15. Voorstel tot vaststelling van een wijziging in de voorschriften behorende bi.i het bestemmingsplan "uitbreidingsplan in hoofdzaak" (afstand tot perceelsgrens en oppervlakte-eis). De heer Dirven geeft in overweging, naar aanleiding van het geval Vissers, de mensen er uitdrukkelijk op te wijzen, dat alle schade tengevolge van overlast van bomen enzovoorts voor hun eigen rekening en verantwoording komt. Voorts dienen Burgemeester en Wethouders bij afgifte van vergunning duidelijk te stellen dat de bestaande natuurschoon niet mag worden gekapt, omdat het te dicht bij de perceelsgrens ligt. De voorzitter vermoedt, dat voor het kappen van bomen in het buiten gebied een vergunning van het staatsbosbeheer vereist is. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten met als voorwaarde dat: - schade tengevolge van overlast door bomen en ander bestaand houtgewas voor rekening van aanvrager komt; - bestaand natuurschoon niet mag worden verwijderd in de onbe bouwde strook langs de perceelsgrens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 123