-6- 4. Mota omtrent de ontwern-begroting 1975 van de regio Breda. De heer van de Mosselaar brengt naar voren dat hierover in de commissie financiën een opmerking is gemaakt ten aanzien van het personeelsbestand. Men is de mening toegedaan, dat met 2 man zou kunnen worden volstaan, vooral als de grote opdrachten door een bureau zouden worden uitgevoerd. De personeelskosten kunnen dan aanzienlijk worden verminderd. De heer Hennekam wijst erop, dat reeds in een vorige vergadering erop aangedrongen is de personeelskosten te verminderen. De voorzitter deelt mee, dat dit al in de regio-vergadering aan de orde is geweest en dat daarom de personeelskosten al enigszins zijn verlaagd, doch vindt de personeelsbezetting toch nog te groot. De heer Jansen vat als raming samen: voor personeel 108.000, voor een incidenteel advies bovendien 75.000, Indien het personeel zou bestaan uit een directeur en een secretaresse is dit zijns inziens voldoende. Eerst ramen op 2 ton en later ten gevolge van de ontvangen kritiek verminderen tot 108.000,valt in generlei opzicht begrotingstechniek te noemen. Als de regio op vorenstaande wijze de zaken aanpakt kunnen we het beter vergeten. De voorzitter antwoordt hierop dat dit door de afgevaardigden van Prinsenbeek is gesteld, doch maar gedeeltelijk werd gesteund. Wethouder Roeien ziet een andere figuur komen dan de regio en onderschrijft dat het op deze manier wel moeilijk wordt. De heer Jansen wijst erop, dat als op de huidige manier wordt doorgegaan men binnen de kortst mogelijke tijd geen ruimte meer in eigen begroting heeft. Indien de regio een te groot ambtelijk apparaat wordt, dan verliest men de eigen zeggenschap en kan men aan beinvloeding door anderen niet meer ontkomen. De heer Hennekam bevreemdt het dat aanvankelijk het nadelig saldo 650.000,bedroeg en nadat de gemeente Prinsenbeek kenbaar heeft gemaakt dit veel te hoog te vinden is terugge bracht naar 370.000,Zijns inziens dient de personeels bezetting der regio te bestaan uit een secretaris en als de behoefte blijkt dan verder nog een of meer ambtenaren. Zoveel mogelijk werken dienen te worden uitbesteed aan terzake bekende deskundigen. Een bepaalde opzet is nimmer te vermijden. De heer van de Mosselaar wil graag vooraf weten hoe het appa raat van de regio zal gaan werken. Hij merkt hierbij op, dat indien het een autonoom apparaat mocht zijn men er rekening mee dient te houden eigen zeggenschap te verliezen. De heer Jansen attendeert er nog op, dat bij een te grote be manning van het orgaan het onmogelijk is een slotvisie waar te maken. De voorzitter antwoordt hierop dat het regio-bestuur hiervan in kennis zal worden gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 139