-16-
De Heer van de Hosselaar vraagt zich af of doortrekking van de
hoofdleiding mogelijk is en de personen zelf de kosten te laten
betalen.
Wethouder Roeien wijst er op, dat de doortrekking van de leiding
verhoudingsgewijze bijzonder duur is.
Wethouder van der Westen stelt, dat dit de klok terugdraaien is.
Het was bekend dat de kosten veel te hoog waren. Uit informaties
is gebleken, dat elders op grotere afstanden wordt aangesloten.
Het risico van verstoppingen is voor de aanvragers. Voordeel is
daar dat grotere bedrijven veel waterafvoer hebben. Voorts ves
tigt hij er de aandacht op, dat het voorstel van de Heer van de
Mosselaar het dubbele van destijds kost.
De Heer Dirven neemt het standpunt in, dat kosten voor rekening
van de aanvrager dienen te komen.
De Heer van de Mosselaar meent, dat al dan niet aansluiten met de
daaraan verbonden kosten ter beoordeling van de aanvrager dient
te blijven.
De Heer Hurks meent, dat mogelijk doortrekking vanaf de spoorlijn
zal worden gevraagd, wat weer met grotere buizen zal moeten gaan.
De Heer Hennekam is van mening, dat aan het niet reageren niet zo
zwaar getild moet worden. Indien rioolaansluiting technisch moge
lijk is dan kan het één en ander overwogen worden. Hij vreest
echter dat de volgende aansluitingen technisch niet meer mogelijk
zijn en wil de mogelijkheid aan deze drie mensen niet onthouden.
De Heer van de Mosselaar stelt voor met een P.V.C.-buis zover te
gaan als er wordt aangevraagd en voorzover mogelijk.
De voorzitter meent dat de streng alleen dient te worden verlengd
als alle percelen aansluiten. Hij wijst er op, dat verlengen straks
aanzienlijk duurder zal zijn dan door de huidige aanvragers zal
worden betaald.
De Heer van de Mosselaar pleit er voor, de mogelijkheid tot aan
sluiting nu aan te grijpen en zover mogelijk door te gaan.
Wethouder Roeien adviseert om de mogelijkheid van doortrekking van
de hoofdleiding te bezien.
De Heer Hennekam stelt voor de overige opnieuw aan te schrijven
en de mogelijkheden toe te lichten.
De Heer Dirven is van oordeel dat de drie onderhavige verzoeken die
nen te worden ingewilligd.
Wethouder Roeien betwijfeld of de aanvragers op f.500,aanslui-
tingskosten rekenen. In de vorige gevallen was de hoofdstreng aan
wezig.
De Heer Dirven raadt aan de hoofdstreng door te trekken en de kosten
voor te leggen.
De Heer v.d. Mosselaar oordeelt het nodig eerst deze drie aanslui
tingen mogelijk te maken en indien later wederom aanvragen voor aan
sluitingen komen, deze zaak opnieuw te bezien.
De Heer van Gorp vraagt zich af of de kostenberekening wel juist is
en of er een verhouding bestaat met de nieuwbouwwoningen in de be
stemmingsplannen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze bewoners der bestemmings
plannen middels de grondprijs de kosten voor de hele riolering zijn
betaald.
Burgemeester en Wethouders zijn tegen het doortrekken met een boete
bedrag van f.500,