-4- De voorzitter zegt volledig achter de gedachte van de Heer Hennekam te staan om onmiddellijk na een gehouden Regio-vergadering hiervan verslag te doen in de vergadering van de Raad, vooral omdat de notulen van de Regio-vergaderingen nogal lang uitblijven. Wethouder Roeien acht het wenselijk om deze oriëntatie na elke Regio vergadering als vast punt op de agenda van de Gemeenteraad te plaatsen. Conform het voorstel Roeien wordt zonder hoofdelijke stemming besloten; de mededelingen van de Heer Hennekam worden voor kennisgeving aan te nemen. 3. Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit van 8 februari 1972 tot onteigening van een perceel grond in het bestemmingsplan Kapelakkers/ Molenstraat. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel be sloten. 4. Voorstel tot wijziging van de Algemene Politieverordening Prinsenbeek, met een bepaling betreffende het houden van bijen. De Heer Hennekam is van mening dat deze wijziging is voorgesteld naar aanleiding van een concreet geval; vraag is wel of anderen, die het wel met de buren kunnen stellen niet worden getroffen; enerzijds is de regeling via ontheffingsmogelijkheid, soepel opgesteld, anderzijds is de afstand van 50 m. nogal ruim. De Heer Jansen informeert of dit concreet geval hiermede wederkerig af gewikkeld is; is bovendien in deze casuïstiek de genoemde 50 m. haalbaar, of betekent dit dat deze bijenhouder geen bijen meer kan houden; hierom trent dient zekerheid te bestaan daar er anders een onrechtvaardige wij ziging van de Algemene Politieverordening aan de orde is. Wethouder Roeien antwoordt, dat de zaak van de andere partij zal worden opgelost via) een hinderwetsvergunning; de eerstopgelegde voorwaarden zijn na overleg met de Inspecteur Volksgezondheid ingekort, omdat de oorspron kelijke voorwaarden bedoeld zijn voor een bio-industrie van 300 varkens, terwijl zijn bedrijfsomvang veel minder is, momenteel zelfs 27 varkens; omtrent de bijenhouder zijn de rapporten overigens ontzettend tegenstrij dig; op doktersadvies - zegt de man - zou hij enkele bijenvolken dienen te houden, terwijl hij aan de Rijksbijenteeltconsulent verklaarde dit op doktersadvies juist niet te mogen; desgevraagd heeft de man ons daarover geen juist antwoord gegeven; wel kunnen er enkele bijenvolken worden ge houden, maar het zal niet meer mogelijk zijn - wat thans is geconstateerd - dat hij diverse bijenbestanden plaatst voor iemand uit Wagenberg, zoals hij heeft verklaard. De voorzitter stelt, dat het voorstel inderdaad op dit geval is geënt; de afstandsbepaling is uit E. en W. voortgekomen; het College is voorne mens op ruime schaal ontheffing te verlenen, en in zoverre behoeven an deren niet te worden gedupeerd, maar indien nodig kan aan de bepalingen streng de hand worden gehouden; overigens kan de afstand misschien worden teruggebracht tot 30 m. als hiermede aan de bezwaren uit de Raad kan wor den tegemoetgekomen, waardoor in het onderhavige geval zeker geen moei lijkheden ontstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 160