-7-
De voorzitter vraagt aan Wethouder Hoelen of hij de Heer Dirven
verstaan heeft; Wethouder Roeien bevestigd deze vraag; de voorzitter
zegt zich het recht voor te behouden de Heer Dirven te negeren als
hij hem niet kan verstaan; hij nodigt hem uit van plaats te verwis
selen met de Heer Hurks, daar hij hem niet heeft verstaan en ook de
vorige vergaderingen niets tot de bestuurstafel is doorgekomen.
De Heer Dirven zegt luider te zullen spreken.
De Heer van Geel stelt, dat de methode van huisvuil-ophalen voor
1972 besloten, weloverwogen is besloten; de twee-derde kostendekking
is aanvaardbaar; een aantal inwoners maakt bezwaar tegen het gebruik
van de plastic-zak wegens de bodemverontreiniging; het is normaal
dat er wordt bijgedragen in deze kosten, doch we moeten proberen dit
bedrag zo laag mogelijk te houden; wel is belangrijk waarin het vuil
wordt opgehaald; maar ook bij papieren zak en bij de emmer gaat de
bodemverontreiniging door, daar een groot deel van het huisvuil zelf
plastic is; anderzijds zullen voor papieren zakken heel wat bomen
moeten worden gerooid; zolang er geen betere oplossing voorhanden is,
blijft hij vóór de plastic zak, gezien ook door Burgemeester en Wet
houders ingesteld onderzoek; vuilverbranding, in regionaal verband ge
zien, kan tot beëindiging van de bodemverontreiniging leiden; dit zou
de oplossing zijn.
Wethouder Roeien zegt blij te zijn dat de discussie in eerste instan
tie vrij kort en concreet is gebleven, het maakt de benadering van de
problematiek eenvoudiger; er is, zoals toegezegd, een enquete gehouden,
een enquete waarvan de waarde voor hem en voor Burgemeester en Wethou
ders een bepaalde richtlijn betekent, terwijl anderen het een opinie
onderzoek noemen; in de slot-alinea van het voorstel is duidelijk de
mogelijkheid gesteld tot nadere gedachtenwisseling over wijziging van
de belastingverordening met daarin, in te bouwen een mogelijkheid tot
het goed functioneren van de reinigingsdienst; met name heeft heb op
halen van grof vuil geleid tot vele klachten, waarvan hij er sommige
nog kan onderschrijven, omdat wij door de manier van heffing wat tot
moeilijkheden zijn geraakt.
De Heer Hennekam heeft een motie in het vooruitzicht gesteld om - via
een andere berekening - tot herinvoering van de vuilnisemmer te komen;
hij wil hierop nader ingaan nadat de inhoud van de motie bekend is.
De Heer Dirven heeft recycling genoemd; dit dient dan wel in groter
verband te geschieden, wat tot "lang praten" zal leiden; op dit moment
is de tijd niet rijp om hierop direct in te gaan; we moeten nu naar een
goede ophaal-methode, ook voor grof vuil, want thans staat er allerhande
grof vuil in allerhande aanbieding, dat buiten de norm "grof vuil" van
Openbare Werken valt; als duidelijk persoonlijke mening zegt hij voor
stander te zijn van - mits twee-derde kostendekkend - een jaarlijkse
vaste norm per gezin, zowel voor huisvuil als grof vuil tesamen; wan
neer hierbij de gezinsgrootte en de tuinopperviakte zou kunnen worden
berekend, en bovendien alle vuil tegelijk zou kunnen worden opgehaald,
dan zou hij hiermede bijzonder gelukkig zijn.