De heer mr. J.R.A. Jansen wilde ook nog even teruggrijpen naar
een passage uit het betoog van de heer B.M.J. Hennekam, waarin
hij toewenst, dat de burgemeester weer spoedig present zal zijn
vóór zijn a.s. jubileum. Hij zou gaarne van Burgemeester en Wet
houders willen vernemen in welke vorm zij menen dit jubileum gestalte
te moeten geven, omdat hem n.l. niet duidelijk is geworden of op
de daarvoor bedoelde post in de voorliggende begroting de nodige
middelen zijn uitgetrokken. Omtrent dit punt c.q. eventuele aan
vulling van de begroting op dit stuk zal hij volgende week gaarne
nadere mededelingen ontvangen.
De voorzitter dankte de heer mr. J.R.A. Jansen voor de gesproken
woorden en zegde toe hieraan de nodige aandacht te zullen besteden.
Hij verleende thans het woord aan de heer A.J.C. Hurks. die het
volgende naar voren bracht.
Zoals door de fractievoorzitter reeds vermeld is in zijn algemene
beschouwingen wil ik speciaal nader ingaan op de ongerustheid die
vooral in het meest noordelijke gebied van de Haagsche Beemden Oost
is ontstaan ten gevolge van perspublicaties enkele weken geleden.
Speciaal de sterk in twijfel getrokken realisering van de fases
4 en 5 van het bestemmingsplan, schept een grote onzekerheid.
Reeds 10 jaar geleden werd dit gebied uit de Ruilverkaveling ge
houden, terwijl de eerste 10 h 15 jaar nog weinig duidelijkheid
aanwezig lijkt. Is deze situatie te tolereren in het licht van de
Wet Ruimtelijke Ordening?
De economisch noodzakelijke bedrijfsvergroting kan om verschillende
redenen niet worden uitgevoerd. Ik wil, hierbij wijzen op:
a. grondaankoop door de bedrijven kan niet geschieden, door de
aanwezige schijnwaarde die veel hoger is dan de landbouwkundige -
waarde
b. vanwege genoemde waarde komt sanering van kleinere bedrijven,
die tot vergroting zou kunnen leiden, niet voor;
c. eerder genoemde oorzaken maken de mogelijke bedrijfsopvolging
zonder meer onmogelijk;
d. dit alles wordt nog verergerd, doordat de gemeente Breda, die
soms noodzakelijkerwijze hier gronden aankoopt, deze niet
verpacht aan die bedrijven waarmede men nog geen zaken heeft
gedaan en die men de eerste 10 jaren ook nog niet nodig heeft.
Ik wil wijzen op alleen noodzakelijk economische uitbreiding en hier
bij als voorbeeld even schetsen de ontwikkeling in de zuivelsector.
Reeds nu begint de vorm van het zg. tankmelken zich snel te ont
wikkelen en naar mijn mening behoort binnen enkele jaren de
bekende melkbus tot het verleden. Om dit groeiproces te kunnen blij
ven volgen is voor die bedrijven noodzakelijk een vergroting van de
veestapel wat direct met zich meebrengt een vergroting van het
areaal grasland.
- 16 -