-15-
wordt met nadruk gewezen om geen materialen te vernietigen waar
voor in de toekomst geen of nog maar weinig grondstoffen beschik
baar zullen zijn. Wat dit betreft staat de klok reeds dicht bij
twaalf, of mogelijk al reeds over twaalf Het terugbrengen van
materialen in de kringloop verdient niet de hoogste aandacht, HET
IS EEN MUST In feite zouden wij er geen dag meer mee mogen
wachten. Opnieuw verzoek ik U dus om deze inzamelingsmethode te
willen gaan bestuderen, want in Uw nota kan ik daaromtrent geen
opmerkingen vinden.
Een belangrijk neveneffect van dit inzamelen zou zijn, dat het
huisvuil inhoudelijk gezien, sterk vermindert. Stellig zullen de
meeste belanghebbenden als gevolg daarvan het met één of twee em
mers per week kunnen gaan stellen. Dat komt neer op eenmalig
huisvuilophalen per week en zou dus zeer kostenbesparend werken.
Daar tegenover zou weer kunnen staan een twee-wekelijks grofvuil
ophalen, omdat juist daardoor uitwassen effectief bestreden kunnen
worden, Dit grof vuil zou dan ook niet in plastic zakken verpakt
aangeboden mogen worden.
Ik realiseer mij echter wel, dat met het inzamelen ten behoeve van
recycling in daarvoor opgestelde containers door het publiek en een
twee-wekelijks grofvuil ophalen de werkzaamheden van Uw dienst weer
extra zou worden belast. Hot is echter wel duidelijk dat deze dienst
met souplesse moet kunnen functioneren, een eis die men trouwens aan
een dergelijke dure dienst - volgens gegevens uit Uw nota - met een
uurloonberekening van f.14,30 wel mag stellen. Dit uurloon ligt
daarvoor te dicht bij die van het bedrijfsleven, namelijk f.15,
en waarbij dan nog winst voor de ondernemer, risico's en gebruik
van apparatuur is inbegrepen.
Reeds eerder heb ik hierop gewezen - zowel de inhoud van de en
quête en de nota wijzen hierop - dat Uw bestuur, wat betreft de
verlangens van gemeentenaren om een schoon milieu te behouden, met
bezorgdheid is vervuld voor de gevolgen van de kosten die daaruit
onherroepelijk zouden voortvloeien. Het is zonder meer duidelijk,
mijnheer de voorzitter, en wij zijn daaromtrent door alle publici
teitsmedia édk goed voorgelicht, dat milieu-herstel en behoud zeer
veel geld zal gaan kosten. Dit geld zal, hoe dan ook, van de gemeen
schap moeten komen. Wie dat nog niet beseft geeft blijk nimmer goed
geluisterd of gelezen te hebben. Ook in ons verlangen om een schoon
milieu te behouden is de opstelling, die men desondanks bij vélen
aantreft of beluistert, alsof het gemeentebestuur een voortreffelijk
boompje zou bezitten waarvan zij naar believen gouden vruchten kan
plukken, ontstellend naief of gespeend van realiteit. Helaas, zo'n
boompje staat ook niet in Prinsenbeek.
Wij moeten keihard durven stellen, dat de verantwoordelijkheid ten
opzichte van ons milieu geen zaak van enkelen maar van iedereen is
en dat de rotzooi die wij met zijn allen maken ook door allen opge
ruimd zal dienen te worden. En dat heeft zijn prijs, mijnheer de
voorzitter I
Ten aanzien van het milieu-beheer bestaan er voor mij geen compromis
sen. Voor mij staat in deze verantwoordelijke materie "eer en geweten"
centraal, hetgeen zonder pathos neerkomt op "kiezen" of anders "heen
gaan".