3» Voorstel tot vaststelling van de situatie van de sportaccommodaties
en de zwemgelegenheid aan "De Heikant".
Wethouder van der Westen stelt de aanwezigen in kennis van het
voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders, om alle
buitensporten onder te brengen in het sportveldencomplex "De Heikant";
hij tekent hierbij aan dat een aantal gronden eigendom der gemeente
zijn, doch dat een even groot gedeelte nog moet xrorden aangekocht.
Voorts schetst hij, dat na overleg van de raadscommissies, sport en
jeugdzaken, de sportadviesraad en een aantal deskundigen men tot een
gesprek met de Grontmij is gekomen, hetgeen geleid heeft tot dit
rapport; een rapport overigens met verschillende mogelijkheden.
Vervolgens merkt hij op, dat de sportadviescommissie aanvankelijk een
andere mening was toegedaan, doch na overleg met het voorliggende
voorstel kan instemmen.
Hij wijst er op, dat het onderhavige voorstel slechts een schets-
plan is om de sporten hierin onder te brengen en brengt naar voren,
dat de uitwerking ervan zowel in de commissies ter sprake zal worden
gebracht als in de Raad aan de orde zal komen.
Door hem wordt benadrukt dat het belangrijkste is een uitspraak te
verkrijgen of heel het sportgebeuren in "De Heikant" dient te worden
gerealiseerd.
Spreker stelt dat een aantal sporten het één en ander is toegezegd
en belofte schuld maakt.
Bevestigd wordt, dat instemming met dit plan de realisering van de
behoefte bij het sportgebeuren inhoudt, zij het in fases en hij ver
zoekt derhalve met dit voorstel in te stemmen.
De voorzitter dankt de wethouder voor zijn betoog en is van mening
dat de duidelijkheid niets -te wensen overlaat. Zijns inziens leeft
bij de Raad bepaalde gedachten, die naar voren gebracht dienen te
worden en vraagt derhalve wie in eerste termijn het woord verlangt.
De Heer Hennekam verklaart zich namens de fractie akkoord met het
principe-plan, doch de fractie wenst een aantal aanvullende ge
dachten nu kenbaar te maken.
Allereerst zouden zij het zeer op prijs stellen indien een nadere
detaillering van de plannen in overleg met de Raad en de sportad
viesraad plaatsvindt.
Vervolgens is zowel de fractie mot de sportadviesraad van mening
dat de facetten: gezinsrecreatie, schoolsport alsmede efficiente
gebiedsgebruiking onvoldoende zijn belicht, waarbij opgemerkt wordt
dat dit niet als een verwijt, moet worden gezien, maar oorzaak vindt
in de beperkte aan de Grontmij.
■oy ac plaats wordt opgemerkt, dat men dient te beginnen met
de meest urgente zaken aan te pakken, waarbij gedacht wordt aan de
noodzakelijkste voorzieningen voor voetbal- en tennissport.
Tenslotte zegt spreker dat hij persoonlijk het een goed rapport
vindt, dooh hierbij wordt aangetekend dat men de sport graag in
ruimere plaatsing had gezien, met name schoolsport en gezinsrecreatie,
alsmede een uitgebreidere toelichting op de financiële gegevens wen
selijk was geweest
-2-