-7-
Wethouder Rooien ziet het voorliggend plan als een vlekkenplan,
dat nader uitgewerkt kan worden; dit kan snel gebeuren, maar met
medeweten van de Raad.
De Heer Jansen suggereert de zandstraat te verleggen, waardoor
de ingang van het zwembad iets verlegd kan worden.
Enerzijds zal de situering van het zwembad gunstig beïnvloed worden,
anderzijds meer mogelijkheden ten aanzien van de sport bieden.
Zijns inziens kan dan de ruimte aan de overzijde bestemd worden voor
parkeerterrein; zonder dat gebouwen moeten worden aangekocht.
De voorzitter antwoordt hierop, dat ook gedacht wordt aan een extra-
parkeergelegenheid bij de Postbaan-Weimersedreef
De Heer v.d. Mosselaar merkt op, dat men in het vlekkenplan de toe
komstige uitbreiding vergeten is.
De voorzitter licht toe, dat een groter gebied ook bedoeld wordt,
hetgeen eveneens strookt met de gedachten van de Heer Dirven.
De Heer Dirven vestigt de aandacht er op, dat in feite visie-loos
te werk wordt gegaan. Hij acht het niet uitgesloten dat er nog eens
een tweede sportpark (ten Zuiden nodig zal zijn, hetgeen een be
hoorlijke ruimte vergt.
In het licht hiervan geeft hij in overweging nu niet te ver te gaan.
Voorts is hij huiverig voor de aanpak van Bosdal.
De voorzitter is van mening dat in het onderhavige plan in grote
mate wordt voldaan aan het gestelde eisenpakket. Een meest ideale
situatie krijgt men nooit. In het plan "Heikant" krijgt men datgene,
wat realiseerbaar is.
Discussie is momenteel zinloos, daar straks een voorstel in overleg
met de sportraad ter vergadering komt.
Wethouder Roeien voegt hieraan toe, dat er mogelijkheden zijn om het
als D.A.C.W.-object uit te voeren; de uitbreiding van zowel tennis
banen als voetbalvelden. Daarom moet er snel gehandeld worden.
De Heer v.d. Mosselaar is van mening dat het onnodig is verder te
discussieren; er wordt teveel over details gesproken; er moet uit
werking komen, ook ten aanzien van Bosdal.
De Heer Dirven vindt dat de discussietijd niet onnodig is; het gaat
uiteindelijk on miljoen gulden; in de gedachte van de Heer v.d.
Mosselaar zou er alleen maa.r gestemd behoeven te worden.
De Heer Miltenburg zegt dat inmiddels al vele punten van zijn voor
genomen opmerkingen zijn behandeld.
Zijns inziens is in de vergadering van het College van Burgemeester
en Wethouders al bezien welke mogelijkheden aanwezig zijn, doch hij
vindt het eon normale zaak dat dit ook in de Raad gebeurt.
De Heer van Geel verlaat de vergadering.
Ten aanzien van de ruimte merkt hij op, dat men iets meer speling
wenst, daar niemand kan voorspellen welke behoeftoier over enige
jaren zullen zijn, mede gezien in het kader van de toenemende vrije
tijd.
Zijns inziens zit in het voorliggend plan voel te weinig visie.